Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Groot tekort aan leraren wiskunde en Nederlands» (ingezonden 6 maart 2013).

Antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 25 maart 2013)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Groot tekort aan leraren wiskunde en Nederlands»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de conclusies van VOION2 rondom het tekort van leraren in deze belangrijke kernvakken?

Antwoord 2

Het bericht is gebaseerd op de ramingen van CentERdata die in opdracht van OCW zijn gemaakt. VOION heeft deze berekeningen op hun site gepubliceerd. Ik onderschrijf deze conclusies van CentERdata en VOION.

Vraag 3

Kunt u aangeven welke concrete gevolgen dit kan hebben voor leerlingen met betrekking tot het aanbod en de kwaliteit van het onderwijs voor onder andere de kernvakken wiskunde en Nederlands?

Antwoord 3

Er is hier sprake van een geraamd toekomstig tekort, niet een omschrijving van de huidige situatie. De concrete gevolgen van een situatie die zou kunnen ontstaan zijn moeilijk te overzien, maar ik richt mijn beleid op het voorkomen van deze situatie.

Vraag 4

Op welke wijze denkt u dat er op korte termijn meer evenwicht gerealiseerd kan worden tussen aanbod en vraag met betrekking tot deze specifieke groep leraren?

Antwoord 4

Momenteel wordt gewerkt aan de ondervanging van geraamde toekomstige tekorten. Komend schooljaar zullen in de scholen in de regio’s waar vaktekorten dreigen, projecten starten die tot doel hebben de tekorten tegen te gaan. Het ministerie en de regionale bestuurders werken hierin samen. De regionale bestuurders ontwikkelen de projectplannen en dragen zorg voor uitvoering, OCW subsidieert de plannen. Deze regionale projecten beogen de regionale vaktekorten te ondervangen en zijn gericht op kwantiteit en kwaliteit van leraren. De projecten dragen bij aan het vergroten van de instroom, het behoud en de doorstroom van leraren en passen innovatieve vormen van lesgeven toe met gebruikmaking van e-technologie.

Tevens verkent OCW met de wethouders van de G4+ en de regionale schoolbesturen po en vo de mogelijkheden om een mobiliteitscentrum op te zetten met als doel om de regionale tekorten zoveel mogelijk op te vangen. Dit mobiliteitscentrum zou dan een rol kunnen spelen bij het begeleiden van leraren in krimpregio’s waar sprake is van een overschot, naar regio’s waar een tekort aan leraren is.

We hebben naast de reeds opgestarte regionale aanpak in het Regeerakkoord 100 miljoen euro vrijgemaakt om de tekorten in het voortgezet onderwijs aan te pakken en de kwaliteit van leraren verder te verhogen. Op 30 november 2012 heb ik u hierover een brief gestuurd (Vergaderjaar 2012–2013, Kamerstuk 27 923, nr. 147), en in mijn brief van 13 maart jl. (Kamerstuk II 27 923, nr. 151) over de nadere invulling van de impuls leraren tekortvakken van € 100 mln., inclusief uitwerking amendement Lucas en Jadnanansing, geef ik u meer informatie over de inzet van deze middelen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het – gelet op de ambities om meer in te zetten op techniekonderwijs – cruciaal is dat de aantallen en de verdeling van de leraren per regio voor deze vakken verbeteren? Zo ja, wat betekent dit concreet voor uw inzet op dit gebied?

Antwoord 5

Ja, ik deel deze mening. Zie voor mijn inzet het antwoord op bovenstaande vragen.

Vraag 6

Welke mogelijkheden en oplossingen ziet u als het op de scheve regionale verdeling van deze leraren aankomt? Kunt u aangeven of en hoe het stimuleren van een herverdeling tot stand kan komen?

Antwoord 6

Zie mijn antwoord op bovenstaande vragen.

Vraag 7

Bent u in staat om voor het algemeen overleg Leraren en lerarenopleidingen voorzien voor 27 maart 2013 bovenstaande vragen te beantwoorden?

Antwoord 7

Ja.


X Noot
2

VOION: Voortgezet Onderwijs in Ontwikkeling

Naar boven