Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over
preventief afschot van grote hoefdieren in Drenthe (ingezonden 22 januari 2013).
Antwoord van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 22 maart 2013)
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat de provincie Drenthe grote hoefdieren, zoals edelherten
en wilde zwijnen, afschiet zodra deze dieren een stap zetten binnen de provinciegrens?1 Zo ja, wat vindt u hiervan?
Antwoord 1
Ja. Zie verder het antwoord op vraag 4.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel edelherten, wilde zwijnen en damherten er de afgelopen 3 jaar
preventief zijn afgeschoten in de provincie Drenthe en in welke mate er sprake was
van overlast, schade of gevaar? Zo ja, kunt u daarbij ook aangeven hoe de overlast,
schade of gevaar is gemeten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nee. Het betreffende afschot is de verantwoordelijkheid van de provincie Drenthe.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat uw ambtsvoorganger in het algemeen overleg Biodiversiteit op
15 november 2012 heeft gezegd «dat het prachtig zou zijn als je in Europa ook voor
het grote wild een meer evenwichtig stabiel netwerk krijgt waarin alle soorten zich
op een natuurlijke manier kunnen bewegen. Dan kom je misschien ook van die vervelende
beheerjacht af, want dat hangt allemaal met elkaar samen»? Zo ja, deelt u deze opvatting?
Vraag 4
Kunt u uiteenzetten hoe dit provinciale beleid zich verhoudt tot uw beleid dat zich
juist richt op het verbinden van natuurgebieden door het aanleggen van de ecologische
hoofdstructuur inclusief verbindingszones, zodat dieren vrijelijk kunnen migreren?
Antwoord 4
De aanwijzing van leefgebieden is onderdeel van de taken die in het bestuursakkoord
zijn gedecentraliseerd. De bestaande leefgebieden voor grote hoefdieren zijn ingerasterd.
Daarbuiten geldt een nulstandbeleid. Het nulstandbeleid maakt deel uit van de provinciale
taken omtrent beheer en schadebestrijding en is nodig uit oogpunt van veterinaire
risico’s, verkeersveiligheid en schadebestrijding.
Mijn beleid is er op gericht om, in samenwerking met de provincies, een robuuste Ecologische
Hoofdstructuur (EHS) te realiseren. In de afweging over het inrichten van leefgebieden
voor grote hoefdieren of verbindingszones tussen die leefgebieden zullen de belangen
die gediend zijn met het nulstandbeleid zorgvuldig moeten worden meegewogen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat provincies edelherten, wilde zwijnen
en damherten preventief laten afschieten zodra ze gesignaleerd worden binnen de provinciegrenzen,
nog voordat er ook maar sprake is van overlast, schade of gevaar? Zo ja, hoe wilt
u dit in de toekomst voorkomen? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot het
«nee, tenzij» principe dat ten grondslag ligt aan de Flora- en faunawet?
Antwoord 5
Nee. Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Deelt u de mening dat inspanningen van rijkswege, om te komen tot de aanleg van ecoducten
en andere verbindingszones, gefrustreerd kunnen worden door regionaal afschotbeleid
zoals nu in Drenthe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee. Ecoducten en verbindingszones zijn niet alleen of uitsluitend bedoeld voor grote
hoefdieren, maar voor alle dieren. Zie verder het antwoord op vraag 4.
Overigens is onlangs door de verantwoordelijke gedeputeerde aangekondigd dat de mogelijkheden
van een beleidswijziging worden bezien.
Vraag 7
Bent u voornemens contact op te nemen over deze kwestie met de verantwoordelijke gedeputeerde
in Drenthe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, zoals aangegeven bij vraag 6 wil de betreffende gedeputeerde de mogelijkheid van
een beleidswijziging bezien. Gezien onder andere de belangen voor diergezondheid is
hierover contact opgenomen met de gedeputeerde. Dit contact wordt voortgezet.
X Noot
1«Ruim baan voor groot wild», Dagblad van het Noorden, 18 januari 2013