Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de illegale import van qat in Nederland (ingezonden 17 januari 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 20 maart 2013). Zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1226.

Vraag 1

Kent u het bericht «Weer aanhouding na vondst qat»1, waaruit blijkt dat de illegale import van qat plaatsvindt vanuit Engeland door middel van veerboten?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft u enig idee van de omvang van deze illegale import? Hoeveel geld is daarbij betrokken?

Antwoord 2

Het rapport «Qatgebruik onder Somaliërs in Nederland» van het Trimbosinstituut uit december 2011, dat mede ten grondslag heeft gelegen aan de besluitvorming rond de strafbaarstelling van qat, bevat de meeste cijfers die ik heb over de omvang van de (toen nog legale) handel in en het gebruik van qat en de daarmee gemoeid zijnde geldstromen. Sinds qat op 5 januari 2013 in de Opiumwet werd opgenomen beschik ik niet over cijfers over de omvang en marktwaarde van illegale importen.

Vraag 3

Is het waar dat er geen speciale controles worden gehouden op qat? Gebeurt dit wel bij ten aanzien van andere drugs? Zijn er drugshonden die aanslaan op deze drug?

Antwoord 3

De Douane controleert het EU-buitengrensoverschrijdend goederenverkeer. Dit zijn integrale controles die zich niet richten op een specifiek goed maar op alle illegale invoer, en dus ook op qat. De controles zijn risicogestuurd. Dit betekent onder andere dat afhankelijk van de herkomst van passagiers of goederen de intensiteit van de controle wordt aangepast en dat meer specifiek op bepaalde goederen wordt gelet. Bij de controles wordt gebruik gemaakt van alle beschikbare controlemiddelen, zoals containerscanners en scanners voor handbagage. De Douane beziet nog om speurhonden te trainen op het ruiken van qat.

Vraag 4

Welke maatregelen heeft Nederland wel genomen ten aanzien van deze illegale import van qat en kunt u al iets zeggen over het succes daarvan?

Antwoord 4

Binnen de opsporingsdiensten is sinds 5 januari 2013 extra aandacht gegeven aan de strafbaarstelling van het bezit van qat, onder andere door bekendmakingen van het Nationaal Netwerk Drugsexpertise. De inbeslagnames waarover nu in de media wordt bericht zijn eerste indicaties dat deze bewustwording succesvol is en dat het de opsporingsdiensten lukt om transporten van qat te onderscheppen.

Vraag 5

Heeft u overleg gevoerd met uw Britse collega die verantwoordelijk is voor het drugsbeleid? Welke maatregelen nemen de Engelse autoriteiten om de illegale export van qat tegen te gaan? Hoe beoordeelt u deze inspanningen?

Antwoord 5

Er is ten aanzien van dit onderwerp op ambtelijk niveau contact geweest met de Britse autoriteiten. De Britse douaneautoreiten delen informatie met buitenlandse diensten over qattransporten, zodat deze hierop kunnen acteren.

Vraag 6

Heeft u met uw Britse collega een verbod op de legale import van qat in Engeland besproken? Wat is zijn standpunt ten aanzien van deze drug?

Antwoord 6

Hierover is op ambtelijk niveau verschillende malen contact geweest. Gebleken is dat het Verenigd Koninkrijk niet voornemens is qat op de lijst van verboden middelen te plaatsen.


X Noot
1

«Weer aanhouding na vondst qat», AD/Rotterdams Dagblad, 12 januari 2013

Naar boven