Vragen van het lid Van Veen (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het EO-programma «De vijfde dag» van 13 februari 2013 (ingezonden 15 februari 2013).

Mededeling van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 maart 2013)

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de inhoud van het EO-programma «De vijfde dag»?

Vraag 2

Bent u van mening dat de Inspectie genoeg gebruik heeft gemaakt van de beschikbare middelen om de patiëntveiligheid te garanderen in SEIN?

Vraag 3

Deelt u de mening dat alle seinen op rood hadden moeten springen toen dezelfde instelling opnieuw de fout in leek te gaan?

Vraag 4

Zijn er meer instellingen die op basis van het Inspectie-onderzoek een aanwijzing hebben gekregen om hun procedures op orde te brengen?

Vraag 5

Bent u van mening dat (beter) openbaar gemaakt moet worden welke instellingen/zorgverleners onder extra toezicht staan van de Inspectie en de redenen daarvan?

Vraag 6

Is het niet op orde hebben van veiligheidsprocedures aanleiding voor extra toezicht en een termijnstelling?

Mededeling

De vragen van de Kamerleden Van Veen (VVD) en Bouwmeester (PvdA) over het EO-programma «De vijfde dag» van 13 februari 2013 (2013Z03203) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat ik voor een goede beantwoording van de vragen momenteel nog afstem met externe partijen.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamer vragen doen toekomen.

Naar boven