Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de subsidiestop van het Institut Néerlandais in Parijs (ingezonden 19 juli 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 1 oktober 2012).

Vraag 1

Deelt u de mening dat het Institut Néerlandais, de grootste culturele post van Nederland in het buitenland, van groot belang is voor de Nederlandse culturele diplomatie? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Ik acht een actief en divers internationaal cultuurbeleid in Frankrijk van groot belang voor de Nederlandse culturele diplomatie. Het Institut Néerlandais (IN) legt een groot beslag op de middelen voor internationaal cultuurbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In 2012 ontvangt het IN in totaal 1.96 miljoen EUR aan subsidie, waarvan 490 000 EUR is bestemd voor de huur van het pand aan de Rue de Lille. Voor de uitvoering van cultureel beleid in Frankrijk acht ik een nieuw model noodzakelijk: in nauwe samenwerking met lokale en Nederlandse instellingen, moderner en kosteneffectiever.

De toekomstige culturele vertegenwoordiging in Frankrijk heeft de aandacht van de Raad voor Cultuur, die heeft laten weten hierover op korte termijn een ongevraagd advies uit te brengen.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het bericht «Institut Néerlandais reageert op subsidiestop», waarin het instituut er op aandringt om de beslissing over de subsidiestop uit te stellen tot na de Tweede Kamerverkiezingen op 12 september 2012?1

Antwoord

Door mijn besluit nu helder aan te geven, wordt een redelijke termijn geboden aan alle partijen om de nodige maatregelen te nemen. Het IN blijft in de komende periode adequaat functioneren. Betrokken partijen zullen zich gezamenlijk over scenario’s voor de toekomst buigen.

Vraag 3

Kunt u aangeven waarom de kosten voor het eerst sinds 1957 zo hoog worden geacht dat er wordt overgegaan tot sluiting? Kunt u aangeven waarom een «moderner» model volgens u moet leiden tot sluiting van het hele instituut?

Antwoord

Het Ministerie van BZ heef de afgelopen jaren gezocht naar manieren om met behoud van het IN als cultureel instituut, de vaste lasten omlaag te brengen en de door de jaren heen ontstane bestuurlijke structuur te vereenvoudigen. Het proces van verzelfstandiging van de taalafdeling is afgelopen jaar ingezet. Overeenstemming met de Fondation Custodia over vermindering van de huur en een andere verdeling van overige overheadkosten, onderhoud en bewaking bleef uit. De ontstane situatie biedt onvoldoende perspectief om het gestelde doel te realiseren: een effectieve culturele presentatie die ook aansluit bij het streven naar marktverruiming voor de Nederlandse culturele sector in Frankrijk. Om die reden heb ik besloten de subsidie aan het IN per 1 januari 2015 te beëindigen.

Vraag 4

Kunt u onderbouwen waarom «culturele missies als die in Berlijn, Londen of New York meer cultureel rendement zouden opleveren»?2

Antwoord

In Berlijn, Londen en New York zijn er geen vaste lasten voor huur, onderhoud en personeel van een instituut. Nederland beschikt daar niet over een vaste culturele huisvesting. De culturele vertegenwoordiging en de beschikbare middelen kunnen derhalve volledig worden ingezet om Nederlandse culturele activiteiten te laten plaatsvinden in samenwerking met theaters, concertzalen, musea, festivals en biënnales.

Vraag 5

Wat gebeurt er met de kunstcollectie uit de nalatenschap van Frits Lugt?

Antwoord

De kunstcollectie uit de nalatenschap van Frits Lugt maakt geen onderdeel uit van het Institut Néerlandais. Zij wordt beheerd door de Fondation Custodia.

Vraag 6

Kunt u uitleggen hoe een subsidiestop zal leiden tot «meer financiële ruimte voor culturele programmering», zoals u in uw persbericht van 13 juli 2012 stelt?3

Antwoord

Er komen middelen op de begroting voor het internationaal cultuurbeleid vrij omdat de vaste lasten voor personeel, huur en onderhoud van het pand aan de Rue de Lille na de huidige subsidieperiode komen te vervallen. Deze middelen zullen deels worden ingezet om het budget voor ondersteuning van Nederlandse culturele activiteiten in Frankrijk te verruimen.

Vraag 7

Bent u bereid de beslissing aan een volgend, missionair kabinet over te laten? Zo neen, waarom niet?

Noot: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen over hetzelfde onderwerp van de leden Van der Werf en Ormel (CDA), ingezonden 18 juli 2012 (vraagnummer 2012Z14600).

Antwoord

Nee. Vertraging draagt niet bij aan de inzet op meer «output» in het uitdragen van Nederlandse cultuur in Frankrijk. Deze vroegtijdige aankondiging stelt alle betrokken partijen in staat om te komen tot een zorgvuldige vormgeving en afwikkeling van alle aspecten verbonden aan de nieuwe situatie. Uitstel zou daaraan geen recht doen.

Naar boven