Vragen van de leden Schouw en Sjoerdsma (beiden D66) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over door het Internationaal Strafhof vrijgesproken verdachten (ingezonden 14 februari 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 maart 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Het Strafhof spreekt je vrij, de politie pakt je op»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening van de geïnterviewde hoogleraar dat het absurd is dat Nederland een Congolees heeft opgepakt en hem het land wilde uitzetten, daarmee een uitspraak van de hoogste rechter negerend? Waarom wel of niet?

Antwoord 2

Betrokkene is door de Trial Chamber van het Internationaal Strafhof vrijgesproken. Dat betekent echter niet dat de vreemdeling het recht heeft in Nederland te verblijven. Het Hof dient zo spoedig mogelijk passende voorzieningen te treffen voor overbrenging van de betrokken persoon naar een derde staat. Uit het zetelverdrag volgt dat de Nederlandse autoriteiten in dat geval gehouden zijn om dit proces te faciliteren. Betrokkene heeft tijdens dit proces verzocht om bescherming. Dat verzoek is op dit moment in behandeling.

Nederland heeft betrokkene zijn vrijheid ontnomen in het kader van genoemde vreemdelingrechtelijke procedure. Deze procedure staat los van zijn vervolging door het Strafhof.

Vraag 3

Heeft het Internationaal Strafhof onderzocht of de Congolees veilig kan terugkeren naar Congo? Zo ja, welke gevolgen heeft dat oordeel voor zijn detentie en asielaanvraag?

Antwoord 3

Het is aan het Strafhof om te beslissen over het instellen van een veiligheidsonderzoek op grond van de voor dat Hof toepasselijke regelgeving. Over de gevolgen van een eventuele toetsing van het Internationaal Strafhof voor de asielaanvraag kan ik geen uitspraken doen. Zoals gebruikelijk wordt over individuele procedures geen informatie verstrekt.

Vraag 4

Gebeurt het vaker dat vrijgesproken verdachten bij vrijlating worden opgepakt door de Nederlandse autoriteiten? Welke afwegingen worden hierbij gemaakt? Wordt het Internationaal Strafhof ook hierbij betrokken?

Antwoord 4

Een dergelijke situatie heeft zich nog niet eerder voorgedaan. Nederland en het Strafhof werken samen aan structurele afspraken over hoe hier in de toekomst mee moet worden omgegaan. Op 15 februari jongstleden heb ik hierover gesproken met de minister van Buitenlandse Zaken en de President van het Internationaal Strafhof.

Vraag 5

Kunt u een indicatie geven van het aantal vrijgesproken verdachten die asiel hebben aangevraagd in Nederland de afgelopen jaren? Is er sprake van een toename?

Antwoord 5

Ook deze situatie heeft zich nog niet eerder voorgedaan.

Vraag 6

Zijn er afspraken gemaakt met andere landen over de opvang van vrijgesproken verdachten voor wie het te gevaarlijk is om terug te keren of is dit primair een verantwoordelijkheid voor Nederland?

Antwoord 6

Nederland is op grond van het zetelverdrag niet verplicht om dergelijke personen toe te laten en in Nederland te laten verblijven. De taak van het gastland strekt in dit geval niet verder dan het faciliteren van hun overbrenging naar een derde land. Het is de verantwoordelijkheid van het Strafhof om hierover afspraken te maken met dergelijke landen.


X Noot
1

NRC Handelsblad, 12 februari 2013

Naar boven