Vragen van de leden Bouwmeester en Mei Li Vos (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over onduidelijkheid bij terug verkrijgen CBF keurmerk voor goede doelen (ingezonden 1 februari 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 1 maart 2013)

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van Argos radio 1 (19 januari 2013) over het keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) voor goede doelen?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich de eerdere vragen over ditzelfde onderwerp van 27 oktober 2012?1

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u nog steeds de mening dat eerlijke en duidelijke informatie over het handelen van goede doelen van belang is voor de consument en de sector zelf?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Hoe beoordeelt u de onduidelijkheid die het CBF creëert door eerst het keurmerk in te trekken voor het wereld kankeronderzoek en vervolgens terug te geven zonder inhoudelijke toelichting?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 6.

Vraag 5

Hoe ver staat het met de ontwikkeling van het convenant met de goede doelen sector, dat onder meer moet leiden tot meer transparantie over inhoud, doel en besteding van geld?

Antwoord 5

Op 20 september 2012 heb ik u, met mijn ambtgenoot van Financiën, de «visie op toezicht en verantwoording in de filantropische sector» toegezonden2. Deze visie vloeit voort uit afspraak 8 van het convenant «Ruimte voor geven» dat de overheid heeft afgesloten met de sector, vertegenwoordigd door de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF)3.

Aan de uitwerking van de visie wordt thans in een projectgroep met vertegenwoordigers van de betrokken ministeries en de SBF gewerkt. Door de projectgroep wordt concreet invulling gegeven aan het validatiestelsel, bestaande uit één keurmerkstelsel, één gedragscode en een publiekstoegankelijk internetportaal. Op grond van het convenant «Ruimte voor geven» dient het validatiestelsel in het vierde kwartaal van 2013 gereed te zijn.

Onder leiding van de heer De Jong, voormalig lid van de Algemene Rekenkamer, wordt door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken ministeries, de sector, keurmerkinstanties en de wetenschap een toetsingskader ontwikkeld. Het toetsingskader stelt, vanuit het publieksbelang, minimumeisen aan het op te leveren validatiestelsel. Dit normenkader zal dit voorjaar aan u worden verzonden.

Vraag 4 en 6

Hoe beoordeelt u de onduidelijkheid die het CBF creëert door eerst het keurmerk in te trekken voor het wereld kankeronderzoek en vervolgens terug te geven zonder inhoudelijke toelichting?

Vindt u het zonder toelichting afnemen en teruggeven van het keurmerk aan het wereld kankeronderzoek transparant en passen binnen de uitgangspunten van het convenant? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

Antwoord 4 en 6

Het CBF verstrekt als onafhankelijke organisatie het CBF-keur aan goede doelenorganisaties die aan de gestelde criteria voldoen. Op de website van het CBF is in de nieuwsberichten te lezen welke organisaties wel/niet (meer) voldoen aan de criteria voor het CBF-keur. Ook zijn de criteria voor het verkrijgen van het CBF-keur op de website te vinden.

Voor het verlenen, intrekken en/of teruggeven van keurmerken door de Commissie Keurmerk van het CBF zijn formele procedures vastgesteld. Aan dergelijke beslissingen ligt een gedegen analyse en motivering ten grondslag. Ik treed niet in individuele beoordelingen van het CBF. Wel ben ik van mening dat een toelichting aan het publiek omtrent het afnemen of teruggeven van een keurmerk de transparantie ten goede komt. Om die reden heb ik het CBF gevraagd hiervoor aandacht te hebben. Het doel van de visie op toezicht en transparantie in de filantropische sector is te bewerkstelligen dat de burger beter in staat is te beoordelen hoe goede doelenorganisaties functioneren. Een stevig en transparant keurmerk waar burgers op kunnen vertrouwen vormt derhalve één van de pijlers van het validatiestelsel in de genoemde visie.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 706.

X Noot
2

Kamerstukken II 2012/13, 32 740, nr. 13.

X Noot
3

Kamerstukken II 2010/11, 32 740, nr. 6.

Naar boven