Vragen van het lid Jacobi (PvdA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht dat de provincie Friesland 50 km aan wandelpaden over boerenland schrapt (ingezonden 7 februari 2013).

Antwoord van staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 1 maart 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Friesland dwars met boerenpaden» en «Kust- en eilandwandelen» waaruit blijkt dat de subsidie van de provincie Friesland om historische boerenpaden op te nemen in het project Waddenwandelen vervallen is?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het besluit van de provincie Friesland om geen aanvragen in het kader van de regeling Boerenlandpad te honoreren en de gevolgen hiervan voor het netwerk van historische boerenpaden?

Antwoord

Het Rijk heeft de financiering voor wandelpaden beëindigd. Met de ondertekening van het Bestuursakkoord Natuur is de zorg voor wandelpaden de verantwoordelijkheid van de regio (met name provincies, gemeenten, waterschappen en recreatieschappen). In deze verantwoordelijkheid ga ik niet treden.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het een gemiste kans is als er een netwerk van eeuwenoude wandelpaden gerealiseerd is van Den Helder tot Borkum en dat door één dwarse provincie niet alle mogelijke historische paden in dit netwerk opgenomen zijn?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Wat vindt u van dit besluit gelet op de motie Jacobi en Van Gent c.s.2 over subsidievoorwaarden en het bevorderen van ommetjes en (historische) paden en wat komt er terecht van de extra impuls voor de openstelling van boerenland?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u het besluit van de provincie geen subsidie voor boerenpaden toe te kennen gelet op het feit dat sinds 2007 het voormalige Rijksbudget voor ommetjes en boerenlandpaden (2,4 miljoen) onderdeel uitmaakt van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG)? Is dit de bedoeling geweest bij het verschuiven van de afhandeling van aanvragen van het Wandelnet naar de provincies in 2012?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het onwenselijk is als de aanvragers per provincie met verschillende regimes, subsidiebedragen en aanvraagprocedures te maken krijgen en dat het niet de bedoeling kan zijn dat er per provincie verschillende regelingen ontstaan, zoals nu uit het project Waddenwandelen blijkt?

Antwoord

Ik ben van mening dat de uitvoering van regelingen simpel en overzichtelijk moet zijn voor de gebruikers. In mijn afspraken met de provincies zoek ik dan ook de balans tussen ruimte op de inhoud en een simpele uitvoering. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) draagt daaraan bij met uniforme modelregelingen.

Vraag 7

Is het waar dat in het ILG een prestatie van 1000 kilometer boerenlandpad in 2013 afgesproken is met de provincies? Is deze prestatieafspraak behaald?

Antwoord

In de ILG-bestuursovereenkomsten was afgesproken dat de provincies in 2013 gezamenlijk 879 km wandelpaden over boerenland gerealiseerd zouden hebben. Hiervan was per 1 januari 2011 207 km gerealiseerd. In mijn brief van 17 januari 2013, Kamerstuk 30 825, nr. 188, heb ik u hierover geïnformeerd.


X Noot
1

«Friesland dwars met boerenpaden» Leeuwarder Courant, 2 februari 2013

X Noot
2

Kamerstuk 31 700 XIV, nr. 86

Naar boven