Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat nul-urencontracten zo snel mogelijk tot het verleden moeten gaan behoren (ingezonden 4 februari 2013).

Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 27 februari 2013).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Maak einde aan nul-urencontract»?1

Vraag 3

Deelt u de mening van CNV-voorzitter Smit dat werknemers met een nul-urencontract de prijsvechters en wegwerpartikelen van de arbeidsmarkt zijn?

Antwoord 1 en 3

Ik ben het eens met de uitspraak van de werkgeversorganisatie AWVN, vakbond CNV, detacheerders en de uitzendbranche dat de positie van flexwerkers moet worden versterkt. De positie van werknemers met een nul-urencontract valt daar ook onder. Flexibele arbeid is belangrijk voor de dynamiek op de arbeidsmarkt, maar het mag niet zo zijn dat flexibele arbeid oneigenlijk wordt gebruikt en verwordt tot een goedkoop alternatief voor werk dat beter door vaste werknemers kan worden gedaan. In het Regeerakkoord is afgesproken dat gekeken wordt naar verbetering van de wettelijke bescherming voor verschillende vormen van flexibel werken. Initiatieven zullen gericht zijn op het beter in balans brengen van flexibele en vaste arbeid. Hierover ben ik in gesprek met sociale partners in het kader van de sociale agenda.

Vraag 2

Deelt u de mening dat flexwerkers, net als andere werknemers, pensioenopbouw en sociale zekerheden moeten hebben? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit te bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, en dit is reeds wettelijk geregeld. Flexwerkers zijn onder dezelfde voorwaarden als andere werknemers verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Flexwerkers hebben ten aanzien van hun pensioen wettelijk eveneens dezelfde mogelijkheden als werknemers. Indien zij vallen onder een door sociale partners afgesproken pensioenregeling, dan is deze regeling op hen van toepassing.

Vraag 4

Bent u bereid om de eensgezindheid van werkgevers, werknemers en uitzendorganisaties om te zetten in een wet, die het gebruik van nul-urencontracten aan banden legt en waarin wordt vastgelegd dat flexwerkers pensioenopbouw en sociale zekerheden moeten hebben? Zo ja, wanneer kan de Kamer deze wet verwachten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

In het overleg van het kabinet met sociale partners over de sociale agenda wordt ook gesproken over de mogelijkheden om flexibele en vaste arbeid beter met elkaar in balans te brengen. De uitkomst van deze gesprekken zal ik in het voorjaar in een Hoofdlijnennotitie aan de Kamer aanbieden.


X Noot
1

www.nu.nl, 31 januari 2013

Naar boven