Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over een onderzoek dat uitwijst dat een meerderheid van lokale bestuurders voorstander is van een vuurwerkverbod (ingezonden 7 februari 2013).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 27 februari 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitkomsten van het onderzoek van DirectResearch onder gemeenteraadsleden, wethouders en burgemeesters waaruit blijkt dat een ruime meerderheid van lokale bestuurders en politici voorstander is van een vuurwerkverbod?1

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het signaal dat een meerderheid van lokale bestuurders voorstander is van een verbod op het afsteken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling en welke consequenties verbindt u hier aan?

Vraag 3

Kunt u uiteenzetten of u het draagvlak voor een vuurwerkverbod onder lokale bestuurders hebt getoetst alvorens te stellen dat er onvoldoende draagvlak zou zijn voor een verbod op het afsteken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling? Zo ja, waarom weegt u in uw afwijzing van een vuurwerkverbod niet mee dat een meerderheid van de lokale bestuurders en politici een voorstander is van een verbod op consumentenvuurwerk? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Onderschrijft u dat het draagvlak voor het afsteken van vuurwerk tijdens de jaarwisseling tanende is, zoals ook blijkt uit dit onderzoek? Zo ja, welke consequenties verbindt u hier aan? Zo nee, waarom niet

Vraag 5

Bent u bereid alsnog toe te werken naar een algeheel verbod op consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling naar aanleiding van deze onderzoeksresultaten? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, dat de schriftelijke vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over een onderzoek dat uitwijst dat een meerderheid van lokale bestuurders voorstander is van een vuurwerkverbod (ingezonden 7 februari 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven