Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het afbrokkelde draagvlak voor de miljarden uitgaven aan ontwikkelingshulp (ingezonden 4 februari 2013).

Antwoord van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 25 februari 2013)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Voor ontwikkelingshulp brokkelt draagvlak snel af»?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met dat artikel.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het ronduit belachelijk is dat een land als China, dat inmiddels zelf meer ontwikkelingshulp geeft dan de Wereldbank, ontwikkelingshulp ontvangt die via de EU ook betaald wordt door Nederland? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2

Ik vind dat landen die op grond van hun inkomen in staat moeten worden geacht hun eigen ontwikkeling te financieren, niet meer in aanmerking zouden moeten komen voor bilaterale steun van de Europese Unie. Dat geldt ook voor China. De Europese Unie heeft aangegeven in haar programmering voor de periode 2014–2020 af te zien van het verlenen van zogenaamde «klassieke» ontwikkelingssamenwerking aan deze landen. Steun, bijvoorbeeld ter versterking van maatschappelijke organisaties, blijft nog wel mogelijk.

Vraag 3

In hoeverre deelt u de visie dat er geen cent ontwikkelingshulp moet gaan naar landen als Egypte, Tunesië en Libië, waar vrouwen, christenen, joden en anders-gelovigen meer en meer lijden door de groeiende impact van de islam?

Antwoord 3

Ik ben niet van mening dat Nederland de steun aan landen in transitie in de Arabische regio moet stopzetten. Met het oog op onder andere (lokale, regionale en zelfs wereldwijde) stabiliteit en veiligheid is aandacht en steun voor deze landen cruciaal.

Vraag 4

Denkt u niet dat heel veel mensen in Nederland de meer dan 4 miljard euro die dit jaar weer uitgegeven wordt aan ontwikkelingshulp, liever besteed zien worden aan bijvoorbeeld onze ouderenzorg, lastenverlichting en veiligheid? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Een aanzienlijk deel van het budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt besteed aan sociaal-economische en politieke ontwikkeling van ontwikkelingslanden. Hiermee draagt Nederland mede bij aan de verbetering van de stabiliteit en veiligheid in de wereld en dus ook in Nederland.

Naar boven