Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat politieagenten nog steeds vaak betrokken zijn bij ongelukken op de weg (ingezonden 4 januari 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 februari 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1152.

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op het bericht dat politieagenten nog steeds vaak betrokken zijn bij ongelukken op de weg?1

Hoe verklaart u het feit dat het aantal aanrijdingen door de politie hoog blijft ondanks dat de rijtraining voor politieagenten sinds 2011 verplicht is?

Antwoord 1 en 2

De rijvaardigheid van agenten is van groot belang. Het handelen in situaties als spoedmeldingen en achtervolgingen vraagt immers constante alertheid en professionaliteit van de bestuurder. Daarom is de rijvaardigheidstest wettelijk verplicht gesteld in de initiële opleiding van agenten bij de Politieacademie. Daarna is er geen sprake van een wettelijk verplichte rijtraining. Omdat de politie het zeer van belang acht dat agenten rijbekwaam achter het stuur zitten, heeft de politie zelf besloten dat elke executieve politiemedewerker die regelmatig een dienstvoertuig bestuurt eenmaal per drie jaar een rijvaardigheidstraining dient te volgen.

Het wagenpark van de politie in 2011 bestond uit meer dan 14.000 voertuigen. Daarmee komt met 9538 aanrijdingen het gemiddeld aantal schademeldingen per voertuig op minder dan één.

Vraag 3

Hoe gaat u ervoor zorgen dat het aantal aanrijdingen waar agenten bij betrokken zijn, wordt verminderd?

Antwoord 3

Het spreekt voor zich dat ieder incident er één te veel is. Daarom is in de afgelopen jaren door de politieorganisatie en de Politieacademie geïnvesteerd in rijvaardigheidstrainingen voor agenten. Daarnaast worden nieuwe politievoertuigen opgeleverd met preventieve technische voorzieningen als parkeersensoren en sidebars. Voorts is er vanuit verschillende disciplines binnen de politie een werkgroep preventie gevormd. Het doel van deze werkgroep is het aantal aanrijdingen en schadegevallen te verminderen.

Ook zal ik gerichter gaan sturen op het tegengaan van veel voorkomende aanrijdingoorzaken. Deze mogelijkheid is mij aangereikt nu, sinds 1 januari 2012, alle regionale eenheden van de politie bij één verzekeraar zijn aangesloten. Deze verzekeraar neemt de administratieve lasten over en registreert ieder schadegeval waarbij een politievoertuig is betrokken. Hier uit volgt de managementsrapportage 2012 waarmee ik verwacht meer inzicht te krijgen over het rijgedrag en de meest voorkomende schadeoorzaken binnen het wagenpark.

Vraag 4 en 5

Wat is uw reactie op de politievakbond die aangeeft dat de verplichte rijtraining en verplichte schiettraining door de roosterdrukte er nog wel eens bij in schieten?

Kunt u een overzicht geven van het aantal agenten dat de verplichte rijtraining en schiettraining in 2011 en 2012 moest volgen en van het aantal agenten dat deze trainingen ook daadwerkelijk volledig heeft afgerond?

Antwoord 4 en 5

Alle wapendragende politiemedewerkers voldoen aan de wettelijk vereiste periodieke certificering op het gebied van de gevaarbeheersing. De schiettraining valt onder deze wettelijk vereiste certificering. De rijtraining valt hier, zoals ik al eerder meldde, niet onder.

De laatste paar jaar wordt er intensief deelgenomen aan de rijvaardigheidstraining. Na een aanloopperiode in 2009 (1718 deelnemers) en 2010 (4613), hebben in 2011 en 2012 respectievelijk 8648 en 7884 deelnemers de rijvaardigheidstraining gevolgd (dit is exclusief de rijvaardigheidstrainingen voor gespecialiseerde diensten en aspiranten).

Vraag 6

Hoe gaat u ervoor zorgen dat alle agenten die deze verplichte trainingen moeten doorlopen, ook kunnen doorlopen?

Antwoord 6

Alle wettelijk verplichte trainingsinspanningen worden in een meerjarenplanning opgenomen. Bij het inroosteren van de politiemedewerkers wordt hier ruimte voor gereserveerd. Zodoende worden alle politiemedewerkers in staat gesteld om aan alle wettelijk verplichte trainingen deel te nemen.


X Noot
1

AD, 3 januari 2013, «Agenten nog vaak brokkenmakers»

Naar boven