Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
over het bericht dat Marokko niet meewerkt aan de terugname van illegalen vanuit Nederland
(ingezonden 24 januari 2013).
Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 februari
2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1282.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Marokko tergt Nederland»?1
Vraag 2
Wat is de aard van de tegenwerking door de Marokkaanse autoriteiten?
Antwoord 2
De relatie van Nederland met Marokko is over het algemeen goed te noemen. De medewerking
van Marokko aan gedwongen terugkeer laat echter duidelijk ruimte voor verbetering,
zoals de Nederlandse ambassadeur ook stelde in het desbetreffende artikel. Nederland
wil graag dat verzoeken tot nationaliteitsvaststelling en afgifte van vervangende
reisdocumenten sneller worden afgehandeld. Dit geldt in het bijzonder voor evidente,
goed gedocumenteerde zaken waarin geen twijfel kan bestaan over de Marokkaanse nationaliteit
en identiteit.
Vraag 3
Hoe vaak is de terugkeer of de uitzetting van Marokkaanse vreemdelingen gedurende
de afgelopen vijf jaar mislukt? In hoeveel van deze gevallen is deze mislukking veroorzaakt
door weigering van de Marokkaanse autoriteiten om medewerking te verlenen?
Antwoord 3
Uit de cijfers van de DT&V blijkt dat ruim 2 200 vreemdelingen met de (vermeende)
Marokkaanse nationaliteit in de periode 2008 tot en met 2012 in vreemdelingenbewaring
zijn gesteld. Van deze groep is ruim 800 keer de vreemdelingenbewaring opgeheven zonder
dat er sprake was van een aantoonbaar vertrek uit Nederland.
Hoewel de vreemdelingenbewaring om verschillende redenen kan worden opgeheven, moet
ik constateren dat dit in het specifieke geval van Marokko vaker dan incidenteel gebeurt
omdat het proces tot nationaliteitsvaststelling en afgifte van vervangende reisdocumenten
lang duurt.
Vraag 4
Hoeveel Marokkaanse vreemdelingen die zijn veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf
zijn als gevolg van deze problematiek in Nederland gebleven?
Antwoord 4
Uit de cijfers van de DT&V blijkt dat in de periode 2008 tot en met 2012 bijna 90
keer een vertrekprocedure is opgestart voor vreemdelingen met de (vermeende) Marokkaanse
nationaliteit die vanuit het strafrecht in vreemdelingenbewaring zijn gesteld. In
ruim 20 zaken is de vreemdelingenbewaring opgeheven, maar was er geen sprake van aantoonbaar
vertrek uit Nederland.
Zoals ik bovenstaand heb toegelicht, wordt in het specifieke geval van Marokko vaker
dan incidenteel de vreemdelingenbewaring opgeheven omdat het proces voor nationaliteitsvaststelling
en afgifte van vervangende reisdocumenten lang duurt.
Vraag 5
Klopt het dat de Marokkaanse autoriteiten nog altijd landingsrechten weigeren aan
de voor de uitzetting van criminele vreemdelingen vaak noodzakelijke groepsvluchten?
Antwoord 5
Het uitvoeren van overheidsvluchten is geen doel op zich, maar kan in bepaalde gevallen
de voorkeur hebben boven uitzettingen per lijndienst. De feitelijke uitzetting naar
Marokko via lijnvluchten levert echter geen problemen op. Ik zie dan ook geen noodzaak
om overheidsvluchten te willen uitvoeren.
Vraag 6
Welke maatregelen bent u voornemens te treffen tegen de Marokkaanse autoriteiten zodat
dit probleem wordt opgelost en ons land niet opgescheept blijft met een groot aantal
Marokkanen die geen verblijfsrecht in ons land hebben?
Antwoord 6
Het mandaat voor onderhandelingen over een terug- en overnameovereenkomst met Marokko
ligt bij de Europese Commissie. Dit beperkt de ruimte van de lidstaten voor het maken
van formele, bilaterale afspraken inzake terugkeer.
De onderhandelingen over een EU- terug- en overnameovereenkomst zijn vastgelopen sinds
2010. De Europese inzet is om in de context van het eventuele mobiliteitspartnerschap
met Marokko de onderhandelingen af te ronden. Nederland is nauw betrokken bij de onderhandelingen
over het mobiliteitspartnerschap en benadrukt daarbij, samen met andere EU-lidstaten,
het belang van het afronden van de onderhandelingen over de terug- en overnameovereenkomst.
Daarnaast is bilateraal de afgelopen jaren door mijn voorgangers, maar ook ambtelijk,
intensief geïnvesteerd in de contacten met Marokko. Ik zet dit voort, samen met het
ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vanzelfsprekend wordt het terugkeerdossier ook vanuit een breder perspectief bekeken.
Waar aangewezen beziet het kabinet of koppelingen kunnen worden gelegd met andere
dossiers, in het kader van de strategische landenbenadering. Zoals toegezegd zal ik
uw Kamer over de strategische landenbenadering nader informeren.
X Noot
1De Telegraaf, 18 januari 2013