Vragen van het lid Azmani (VVD) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht «Rel rond illegale Marokkanen» (ingezonden 24 januari 2013).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 februari 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1284.

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraken van de Nederlandse ambassadeur in Marokko in het artikel «Rel rond illegale Marokkanen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u van de stellingname dat de illegaliteit van de genoemde groep Marokkanen hoofdzakelijk te wijten is aan tegenwerking van de Marokkaanse overheid?

Antwoord 2

Voordat ik inga op de samenwerking met de Marokkaanse autoriteiten wil ik voorop stellen dat er op vreemdelingen een wettelijke vertrekplicht rust. Zelfstandige terugkeer naar Marokko is altijd mogelijk en wordt door de Nederlandse overheid gefaciliteerd. De keuze voor een bestaan in de illegaliteit wordt gemaakt door het individu.

Indien de vreemdeling geen gevolg geeft aan zijn vertrekplicht, is gedwongen terugkeer aan de orde. Daarvoor is de medewerking van het land van herkomst vereist. Zoals de Nederlandse ambassadeur stelde in het genoemde artikel, laat de medewerking van Marokko duidelijk ruimte voor verbetering. Nederland wil graag dat verzoeken tot nationaliteitsvaststelling en afgifte van vervangende reisdocumenten sneller worden afgehandeld. Dit geldt in het bijzonder voor evidente, goed gedocumenteerde zaken waarin geen twijfel kan bestaan over de Marokkaanse nationaliteit en identiteit.

Vraag 3

Welke financiële relaties onderhoudt Nederland met Marokko?

Antwoord 3

Nederland werkt op een groot aantal terreinen met Marokko samen. Op financieel terrein is dit hoofdzakelijk douane- en belastingsamenwerking.

Vraag 4 en 5

Deelt u de mening dat deze tegenwerking consequenties moet hebben voor de onderlinge relatie tussen Nederland en Marokko?

Welke stappen bent u voornemens te ondernemen tegen de Marokkaanse overheid, bijvoorbeeld samen met uw collega van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, zodat deze meewerkt aan het vaststellen van de identiteit van de in Nederland verblijvende illegale personen?

Antwoorden 4 en 5

Het mandaat voor onderhandelingen over een terug- en overnameovereenkomst met Marokko ligt bij de Europese Commissie. Dit beperkt de ruimte van de lidstaten voor het maken van formele, bilaterale afspraken inzake terugkeer.

De onderhandelingen over een EU- terug- en overnameovereenkomst zijn vastgelopen sinds 2010. De Europese inzet is om in de context van het eventuele mobiliteitspartnerschap met Marokko de onderhandelingen af te ronden. Nederland is nauw betrokken bij de onderhandelingen over het mobiliteitspartnerschap en benadrukt daarbij, samen met andere EU-lidstaten, het belang van het afronden van de onderhandelingen over de terug- en overnameovereenkomst.

Daarnaast is bilateraal de afgelopen jaren door mijn voorgangers, maar ook ambtelijk, intensief geïnvesteerd in de contacten met Marokko. Ik zet dit voort, samen met het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Vanzelfsprekend wordt het terugkeerdossier ook vanuit een breder perspectief bekeken. Waar aangewezen beziet het kabinet of koppelingen kunnen worden gelegd met andere dossiers, in het kader van de strategische landenbenadering. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer over de strategische landenbenadering nader informeren.

Naar boven