Vragen van de leden Hoogland en Otwin van Dijk (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Achterhoek is spoorproblemen spuugzat» (ingezonden 16 januari 2013).

Antwoord van staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 8 februari 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Achterhoek is spoorproblemen spuugzat»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre is er in uw ogen sprake van problemen in de samenloop van vervoerders op de lijn Arnhem–Winterswijk?

Antwoord 2

Samenloop van verschillende treindiensten op het spoorwegnet komt op een beperkt aantal plaatsen in Nederland voor. Op basis van de informatie die ik tot op heden heb ontvangen van de verantwoordelijke decentrale overheden, de vervoerders en ProRail over de recente problemen heb ik niet de indruk gekregen dat de problemen die zich na 9 december 2012 hebben voorgedaan veroorzaakt zijn door de samenloop tussen de vervoerders op het gedeelte Arnhem–Doetinchem. De oorzaak van de problemen in de Achterhoek was met name gelegen in gewenningsproblemen met het nieuwe materieel en de omstandigheid dat op een enkelsporig baanvak een verstoring in de exploitatie of een storing aan de infrastructuur meer gevolgen heeft dan op een dubbelsporig baanvak.

Vraag 3

Kunt u in procenten aangeven welke punctualiteit de treinen van de verschillende vervoerders op het traject de afgelopen maand behaald hebben?

Antwoord 3

In de periode van 20 december 2012 tot en met 20 januari 2013 was de punctualiteit (3-minutennorm) van de treindienst

  • Arnhem–Winterswijk (Arriva): 77,7%;

  • Arnhem–Doetinchem (Hermes/Connexxion): 75,8%.

Vraag 4

Bent u bereid in gesprek te gaan met de provincie en gemeenten in de regio om de problemen te bespreken en indien mogelijk op te lossen?

Antwoord 4

De verantwoordelijkheid voor de exploitatie van de treindiensten in de Achterhoek is al in 1999 gedecentraliseerd. De verantwoordelijkheid van het ministerie van

Infrastructuur en Milieu betreft in principe alleen de spoorweginfrastructuur.

De direct bij de exploitatie van deze lijn betrokken partijen (vervoerders, regionale overheden en ProRail) zijn met elkaar in gesprek en werken samen aan maatregelen om tot een goed product voor de reiziger te komen. Zij monitoren daarbij ook de punctualiteit van deze lijn en onderzoeken de noodzaak en mogelijkheden om met enkele gerichte maatregelen de robuustheid van het baanvak te verbeteren.

Indien de verantwoordelijke overheden of de vervoerders behoefte hebben aan een overleg over de spoorweginfrastructuur, ben ik uiteraard bereid om met hen te overleggen over de problemen die zij ervaren.


X Noot
1

Volkskrant, 9 januari 2013

Naar boven