Vragen van het lid Keijzer (CDA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over mensen met een complexe meervoudige zorgvraag (ingezonden 18 januari
2013).
Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
12 februari 2013)
Vraag 1
Wat is het tijdpad voor uitvoering van het rapport van de Denktank Complexe zorg van
juni 2012, en hoe ver bent u met de uitvoering daarvan?1
Antwoord 1
Hoewel de aanbevelingen van de Denktank Complexe zorg voor het merendeel direct aan
de sector zijn gericht, heeft mijn ambtsvoorganger besloten de uitvoering van de aanbevelingen
te stimuleren. Met het »Actieplan Onvrijwillige Zorg», dat binnenkort naar uw Kamer
wordt gezonden, wordt daaraan concreet invulling gegeven. Daarnaast wordt via het
wetsvoorstel Zorg en dwang een wettelijke borging gegeven aan de door de Denktank
geadviseerde werkwijze. Dit wetsvoorstel ligt in uw Kamer voor ter (verdere) behandeling.
Vraag 2
Bent u van mening dat er nu voldoende plaatsen in instellingen beschikbaar zijn voor
kinderen en volwassenen met een complexe meervoudige zorgvraag?
Antwoord 2
Op korte termijn kan niet iedere instelling gegarandeerd adequate leefomstandigheden
creëren voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking en extreem complexe
gedragsproblematiek. In mijn brief van 24 januari 2013 over dit onderwerp heb ik uiteengezet
dat hier vaak sprake is van een zeer kwetsbaar evenwicht. Het CCE krijgt jaarlijks
circa 20–30 zaken over deze kinderen/jongeren ter adviseren voorgelegd, waarvoor uiteindelijk
in de meeste gevallen een plek wordt gevonden. De wachttijd kan echter wel te lang
zijn. Ik weet niet hoeveel situaties er zijn van thuiswonende kinderen/jongeren die
niet in een instelling zouden kunnen of willen worden opgenomen.
Vraag 3
Hoeveel verzoeken krijgt het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) jaarlijks
om hulp/ondersteuning/ advies te bieden ten behoeve van mensen met complexe meervoudige
zorgvragen? Hoeveel verzoeken vanuit instellingen en hoeveel vanuit ouders? Hoeveel
van deze kinderen wonen er reeds in een instelling en hoeveel wonen er nog/weer thuis?
Antwoord 3
Jaarlijks krijgt het CCE tussen de 1100–1200 aanvragen voor een consultatie, waarvan
70% afkomstig is van zorgaanbieders en 30% van ouders of cliëntvertegenwoordigers.
In 2011 waren er 165 aanvragen voor thuiswonenden, grotendeels kinderen en jongeren.
Hierbij zij aangetekend dat er bij het merendeel van deze 165 aanvragen geen sprake
was van een plaatsingsprobleem. (zie ook antwoord vraag 2).
Vraag 4
Stijgt het aantal verzoeken aan het CCE de afgelopen jaren (2011, 2012, 2013)?
Antwoord 4
In de periode 2010 tot en met 2012 was er sprake van een lichte stijging:
2010: 1112;
2011: 1150;
2012: 1170.
Vraag 5
Hoeveel budget is er jaarlijks voor extreme zorgzwaarte (meerzorg), en is dat budget
voldoende? Waar kan het budget wel voor worden ingezet en waarvoor niet?
Antwoord 5
In 2013 bedraagt het budget voor extreme zorgzwaarte (zzp-meerzorg) landelijk € 171
miljoen euro. Deze middelen zijn bestemd om te worden ingezet voor extra uren personele
inzet die nodig is voor de begeleiding en behandeling van deze cliënten. De gemiddelde
toeslag per cliënt is circa € 60.000 per jaar, met een grote variatie naar onder en
naar boven. Deze toeslag komt bovenop het toegekende zorgzwaartetarief.
Vraag 6
Heeft het CCE toegang tot alle instellingen om gevraagd en ongevraagd (bijv. op verzoek
van ouders) advies te kunnen geven?
Antwoord 6
Het CCE komt op verzoek van zorgaanbieders of van ouders/cliëntvertegen-woordigers
(zie ook vraag antwoord op 3). Volgens opgave van het CCE zijn er geen gevallen bekend
waar het CCE de toegang is geweigerd.
Vraag 7
Hoeveel meldingen zijn er over complex meervoudig gehandicapten binnengekomen bij
de Inspectie voor de Gezondheidszorg, en hoeveel meldingen zijn onderzocht?
Antwoord 7
Bij de Inspectie zijn zowel in 2011 als in 2012 zes meldingen binnengekomen over complex
meervoudig gehandicapten met probleemgedrag. In 2013 betreft het vooralsnog één melding.
Van deze meldingen zijn er tien in behandeling genomen. Er zijn géén meldingen binnengekomen
van cliënten met complexe probleemgedrag in de thuissituatie, waarbij sprake is van
plaatsingsproblematiek. Voorts komen bij de Inspectie sporadisch meldingen binnen
over (over)plaatsings-problematiek van cliënten met complex probleemgedrag. In 2012
zijn twee signalen binnen gekomen waarbij een instelling zich genoodzaakt zag de zorgverleningsovereenkomst
te beëindigen. In voorkomende gevallen adviseert de inspectie de desbetreffende instelling
tezamen met collega-instellingen, het CCE en het betrokken zorgkantoor een passende
woonplek en eventueel overbruggingszorg te zoeken.
X Noot
1Uitzending EenVandaag, 16 januari 2013