Vragen van de leden Oosenbrug en Mei Li Vos (beiden PvdA) aan de ministers voor Wonen
en Rijksdienst en van Economische Zaken over het stimuleren van innovatie en concurrentie
bij aanbestedingen (ingezonden 24 januari 2013).
Mededeling van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) (ontvangen 11 februari 2013).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «ICT-aardbeving door vonnis Oracle vs. Staat»?1 Hoe beoordeelt u de gevolgen van het vonnis van de rechtbank Den Haag voor het aanbestedingsbeleid
van de Rijksoverheid, in het bijzonder ten aanzien van ICT?
Vraag 2
Is het waar dat bij deze aanbesteding uitsluitend gevraagd werd naar SAP-licenties
om één ondersteunend ICT-systeem voor meerdere ministeries te maken? Welk systeem
werd hiervoor als basis gebruikt en hoe lang is dat in gebruik? Op welke basis is
de keuze gemaakt dat gebruik van het SAP-systeem de technisch en bedrijfsmatig beste
keuze is?
Vraag 3
In hoeverre is het gebruik van de SAP-licenties voor andere ministeries te beoordelen
als het hergebruik van licenties? Waren de licenties oorspronkelijk afgegeven voor
gebruik door uitsluitend het ministerie van SZW, of voor de gehele Rijksoverheid?
Wat betekent deze manier van omgaan met softwarelicenties voor andere licenties die
door een onderdeel van de Rijksoverheid zijn afgenomen?
Vraag 4
Hoe kijkt u aan tegen de juridische eenheid van de Rijksoverheid bij aanbestedingen?
Herkent u zich in de uitspraak dat de Staat de aanbestedingsregels volledig naar zijn
hand zet door, afhankelijk van de belangen, te opereren als één aanbestedende dienst
of als aparte ministeries? Zo nee, welke consistente keus wordt hierin gemaakt?
Vraag 5
Hoe wordt, in het kader van de integratie van de bedrijfsvoering van het Rijk, omgegaan
met de aanbesteding van ICT-diensten? Zal hierbij vaker het systeem van één samenwerkingspartner
als uitgangspunt genomen worden of zal er in de aanbesteding een open procedure gevoerd
worden, waarin de technische oplossing nog niet vastligt? Hoe wordt deze keus gemaakt?
Vraag 6
Bent u van plan om in de toekomst meer aanbestedingen op ICT-gebied uit te schrijven,
waarbij het type software of hardware al vastligt?
Vraag 7
Bent u ook van mening dat de overheid moet voorkomen dat ze afhankelijk wordt van
één aanbieder van software, zogenaamde vendor lock-in? Welke rol ziet u bij het voorkomen
van dergelijke afhankelijkheid van het gebruik van open standaarden en open source-software?
Is bij deze aanbesteding ook overwogen om gebruik te maken van open source ERP-software?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de werkwijze bij deze aanbesteding de positie van grote softwareleveranciers,
waar de overheid al klant van is, bevordert en kleine vernieuwende aanbieders geen
kans meer maken? Zo ja, waarom vindt u dit wenselijk? Zo nee, op welke manier maken
ook vernieuwende leveranciers, waarmee de overheid nog geen klantrelatie heeft, kans
op ICT-opdrachten?
Vraag 9
Op welke wijze gaat u er voor zorgen dat de Rijksoverheid bij ICT-aanbestedingen zorgt
voor kennis over alternatieven en nieuwe oplossingen naast de eerder gebruikte en
bekende systemen, zodat de kansen worden benut die de innovatie in de ICT-branche
bieden?
Mededeling
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Oosenbrug en Vos over het
stimuleren van innovatie en concurrentie bij aanbestedingen, die werden ingezonden
op 24 januari 2013 met kenmerk 2013Z01234, deel ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken, mee dat ik op dit
moment deze vragen niet binnen de gestelde termijn van drie weken kan beantwoorden.
Het vonnis in de bodemprocedure Oracle–de Staat betreffende de aanbesteding 3F staat
in de vragen centraal. Indien geen hoger beroep wordt ingesteld, wordt dit beroep
onherroepelijk.
Ik ben voornemens u voor eind februari de antwoorden op de vragen toe te sturen.