Vragen van het lid Van Dekken en Recourt (beiden PvdA) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de achterstand van Nederland in de strijd tegen «matchfixing» (ingezonden 18 januari 2013).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 8 februari 2013)

Vraag 1

Kent u het artikel «We liggen ver achter op de criminele netwerken»1 en het bericht «Matchfixing in 50 voetbalcompetities»?2

Vraag 2

Wat is uw opvatting en oordeel over georganiseerde criminele bendes die hun aandacht verleggen van de drugshandel naar «matchfixing»?

Vraag 3

Deelt u mening van de voorzitter van de internationale spelersvakbond FIFPro dat voetbalbonden zelf niet in staat zijn om te controleren op «matchfixing»? Zo ja, waarom? Hoe helpt u de bonden hierin concreet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Acht u het mogelijk of zelfs aannemelijk dat personen die melding willen maken van signalen van «matchfixing» in de Nederlandse voetbalcompetitie dat niet durven te doen vanwege mogelijk nadelige gevolgen voor hen? Zo ja, hoe kunt u er zorg voor dragen dat potentiële melders van «matchfixing» beschermd worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Wanneer wordt duidelijk wanneer het Nederlandse onderzoek naar «matchfixing» precies start?

Vraag 6

Welke relevante instellingen, organisaties, instanties en personen worden hierbij betrokken?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dekken en Recourt (beiden PvdA) over de achterstand van Nederland in de strijd tegen «matchfixing» (ingezonden 18 januari 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Voetbal International week 3, p., 21 e.v.

X Noot
2

Volkskrant.nl, 16 januari 2013

Naar boven