Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de arrestatie van een 11-jarig meisje met Down Syndroom vanwege schending van de blasfemiewet in Pakistan (ingezonden 21 augustus 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 september 2012).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de arrestatie van het 11-jarige meisje Rimsha met Down syndroom op beschuldiging van blasfemie in een dorp, nabij Islamabad, in Pakistan?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Heeft u kennis genomen van de veroordeling door de Pakistaanse mensenrechtencommissie van deze arrestatie, maar ook de aanklacht tegen de politie omdat zij toestond dat een woedende menigte het politiebureau omsingelde en vervolgens om haar uitlevering vroeg?

Antwoord

Ja.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit meisje per direct vrijgelaten moet worden?

Antwoord

Zowel de Pakistaanse regering als de oppositie sprak afkeuring uit over deze zaak. De Pakistaanse president heeft om opheldering gevraagd en tevens een onderzoek naar de gebeurtenissen rondom de arrestatie gelast. Inmiddels is in verband met deze zaak een imam opgepakt waarvan het vermoeden bestaat dat hij betrokken zou zijn geweest bij het in scene zetten van de bewijsvoering tegen het meisje. Ook is het meisje op borgtocht vrijgelaten en op een veilig onderduikadres met haar familie herenigd.

Vraag 4

Bent u bereid de Pakistaanse ambassadeur te ontbieden en voor directe vrijlating te pleiten?

Antwoord

Het meisje is inmiddels op borgtocht vrijgelaten.

Vraag 5

Bent u tevens bereid zich in te spannen om binnen de EU tot een veroordeling te komen van deze arrestatie en om gezamenlijk voor directe vrijlating te pleiten bij de Pakistaanse overheid?

Antwoord

Nederland stemt zaken zoals deze vanzelfsprekend af met EU-lidstaten. Direct na de arrestatie vond op Nederlands initiatief met EU-lidstaten afstemming plaats en is de verontrusting via de weg van stille diplomatie kenbaar gemaakt. Vanwege veiligheidsoverwegingen handelt Nederland evenals de EU, en ook de Pakistaanse overheid, zeer discreet in dergelijke zaken. Zie verder vraag 4.

Vraag 6

Bent u eveneens bereid om in bilateraal en in EU-verband bij de Pakistaanse overheid erop aan te dringen om de blasfemiewet ongedaan te maken aangezien een overgrote meerderheid van de aanklachten ongegrond blijkt te zijn en dus misbruikt wordt om lokale vetes uit te vechten en met name om minderheden aan te klagen? Bent u bereid in bilateraal en in EU-verband als een eerste stap er bij de Pakistaanse overheid voor te pleiten valse aangiften op basis van de blasfemiewet strafbaar te stellen om misbruik tegen te gaan?

Antwoord

Nederland stelt de kwestie rond de blasfemiewetten in Pakistan geregeld in bilaterale en multilaterale contacten aan de orde. Daarbij wordt ook gesproken over de opvatting van diverse Pakistaanse NGOs en vooraanstaande mensenrechtenactivisten die achten dat afschaffing van de wetgeving in het huidige politieke klimaat onmogelijk is en daarom pleiten voor het ontwikkelen van wetgeving die misbruik van de blasfemiewetgeving zou moeten helpen voorkomen.

Vraag 7

Bent u bereid Pakistaanse organisaties, onlangs (juni 2012) bezocht door een ChristenUnie-delegatie, zoals CLAAS (Center for Legal Aid Assistance & Settlement), die slachtoffers van valse aangiften op basis van de blasfemiewet juridisch ondersteunen, financieel blijvend te ondersteunen?

Antwoord

In de periode 2011–2013 financiert de Nederlandse ambassade in Islamabad uit het Mensenrechtenfonds een project van de organisatie CLAAS.

Naar boven