Vragen van de leden Nijboer en Mei Li Vos (beiden PvdA) aan de ministers van Financiën en van Economische Zaken over de hoge betalingskosten voor verkopende partijen bij PayPal (ingezonden 11 januari 2013).

Antwoord van minister Dijsselbloem (Financiën), mede namens de minister van Economische Zaken (ontvangen 8 februari 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de tariefstructuur voor verkopende partijen die betalingen van consumenten ontvangen via PayPal?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

PayPal verricht een belangrijke wederdienst aan verkopende partijen die hun producten (via internet) aanbieden, maar deelt u de mening dat transactiekosten van € 85,35 voor de verkopende partij bij een betaling van € 2500 enorm zijn en daarom een remmende werking hebben op commerciële transacties?

Antwoord 2

Het is aan verkopende partijen om te beslissen welke betaalmethoden zij willen aanbieden aan hun klanten. Kiest een verkopende partij om de betaalmethode van PayPal aan te bieden, dan is daaraan inherent verbonden dat PayPal een bepaald tarief bij de verkopende partij in rekening brengt.

Vanuit concurrentie-oogpunt vind ik het wel van groot belang dat verkopende partijen voldoende keuze hebben en houden uit verschillende betaalmethoden zodat zij betaaloplossingen kunnen aanbieden aan hun klanten die passend zijn. Om dezelfde reden is het ook voor consumenten belangrijk dat zij uit meer betaalmethoden kunnen kiezen bij de aanschaf van een product of dienst.

Vraag 3

De betalingskosten voor verkopende partijen via PayPal lopen fors op bij hogere bedragen doordat de betaalkosten worden berekend als percentage van het verkoopbedrag; is er een wettelijk maximum gesteld aan een dergelijk percentage bij betaalkosten?

Antwoord 3

Er is geen wettelijk maximum gesteld aan dit soort kosten.

Wel worden consumenten met de Europese richtlijn consumentenrechten2 beschermd tegen buitensporige tarieven. Een handelaar mag op grond van deze richtlijn niet meer kosten bij de consument in rekening brengen dan de kosten als gevolg van het gebruik van het betreffende betaalmiddel.3

Vraag 4

In hoeverre zal deze tarifering van PayPal worden beïnvloed door de implementatie van de Europese consumentenrichtlijn?

Antwoord 4

De richtlijn consumentenrechten ziet op de relatie tussen handelaar en consument. Op grond van deze richtlijn is het handelaren niet toegestaan om aan consumenten meer kosten in rekening te brengen dan de werkelijk door hen gemaakte kosten die verband houden met het gekozen betaalmiddel. De tarifering van de betaaldienst zal door de richtlijn consumentenrechten niet worden beïnvloed, omdat die tarieven in de relatie tussen de handelaar en de betaaldienst tot stand komen. In het specifieke geval van Paypal betekent dit dat de handelaar aan consumenten niet meer kosten in rekening mag brengen dan de kosten die PayPal bij de handelaar in rekening brengt en de kosten die de handelaar zelf nog maakt omdat gekozen wordt voor het betreffende betaalmiddel.

Vraag 5

Bent u bereid de Autoriteit Financiële Markten (AFM) of de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) te verzoeken om onderzoek te doen naar betaalkosten voor verkopende partijen bij PayPal?

Antwoord 5

De NMa houdt toezicht op naleving van het mededingingsrecht. De NMa is een onafhankelijke toezichthouder, het is dan ook niet aan mij om haar te verzoeken onderzoek te doen naar bepaalde markten. Wel is de NMa van deze zorgen op de hoogte gesteld. Indien de NMa daartoe aanleiding ziet, zal zij een nader mededingingsonderzoek starten.

De AFM heeft hier in beginsel geen rol in.


X Noot
2

Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2011, L 304).

X Noot
3

Zie ook voorgesteld artikel 230k, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek als opgenomen in het wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn, Kamerstukken II 2012/13, 33 520, nr. 2, en bijbehorende toelichting, Kamerstukken II 2012/13, 33 520, nr. 3, blz. 30.

Naar boven