Vragen van het lid Heijnen (PvdA) aan de minister van Wonen en Rijksdienst over het mogelijk opkopen van rijksgebouwen door de provincie Overijssel (ingezonden 22 januari 2013).

Antwoord van minister Blok (Wonen en Rijksdienst) (ontvangen 5 februari 2013).

Vraag 1

Kent u het artikel «Provincies ruziën over rijkskantoren»?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennis genomen van dat artikel.

Vraag 2

Is er inderdaad sprake van oneigenlijke constructies, zoals de Commissarissen van de Koningin van de drie noordelijke provincies beweren? Hoe zit de constructie precies in elkaar? Waar komt het door Commissaris van de Koningin van de provincie Drenthe genoemde bedrag van acht miljoen euro vandaan?

Antwoord 2

Zulke constructies zijn mij niet bekend. Wel is mij één geval bekend dat een gemeente (Zwolle) vanuit de stedenbouwkundige visie (herbestemming tot woningbouw) bepaalde gronden wil verwerven. Omdat daar twee rijkspanden op staan, zijn die onderwerp van aandacht van die gemeente. Van concrete afspraken, bijvoorbeeld over de prijs van panden is geen sprake.

De provincie Overijssel heeft een éénmalige onderzoeksbijdrage van € 200.00 toegezegd als het masterplan Overijssel past op het kantorenbeleid van de provincie. Dit staat geheel los van de locatiekeuzes die de rijksoverheid nu moet maken, die structurele baten voor het concern rijksoverheid als doel hebben. Andere overheden mogen hun eigen afwegingen maken over locatievoorkeuren en de inzet van hun middelen. Overigens zijn het soort handelwijzen waarnaar u vraagt verwerpelijk en zal ik er niet aan meewerken.

Vraag 3

Is het waar dat Justitie alle gevangenissen in de drie noordelijke provincies wil sluiten, zoals gesteld wordt in het artikel?

Antwoord 3

Navraag leert dat het ministerie van Veiligheid en Justitie in het voorjaar een brief aan uw Kamer zal sturen waarin de plannen rond gevangenissen staan beschreven.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de financiële bijdragen van provinciale- of gemeentelijke overheden geen rol mogen spelen bij de vestiging van rijksdiensten en de concentratie ervan?

Antwoord 4

Ik deel met u het principe dat dergelijke bijdragen geen rol mogen spelen bij locatiebeslissingen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat deze praktijken strijdig zijn met de in december 2009 unaniem door de Tweede Kamer aangenomen motie Heijnen, De Pater-van der Meer (32 123 VII), waarin de regering verzocht wordt reorganisaties van de rijksoverheid zo veel mogelijk te laten bijdragen aan de versterking van de economische structuur en werkgelegenheid in krimpgebieden?

Antwoord 5

De praktijken waarnaar u verwijst worden door mij niet waargenomen. Over de invulling van genoemde motie bericht ik u medio 2013.


X Noot
1

ANP, 18 januari 2013

Naar boven