Vragen van de leden Van Klaveren, Helder en Wilders (allen PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de onstuitbare opmars van de Marokkaanse crimineel (ingezonden 7 januari 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 5 februari 2013)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1133.

Vraag 1

Bent u bekend met de artikelen «Jonge Marokkaanse boef niet te stuiten» en «Jonge criminele Marokkanen deinzen nergens voor terug»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de in deze artikelen ingenomen stelling dat (groepen) Marokkaanse jongens onstuitbaar oprukken als de grootste groep nieuwe criminelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

In algemene zin kan ik de in deze artikelen ingenomen stelling niet bevestigen. Bij een aantal specifieke criminaliteitsfenomenen kan worden geconstateerd dat dadergroepen met een overwegend Marokkaanse achtergrond oververtegenwoordigd zijn ten opzichte van dadergroepen met een andere achtergrond. Het gaat dan om ernstige misdrijven zoals overvallen, ramkraken en woninginbraken. Dit betekent echter niet dat deze dadergroepen de grootste groep vormen. Bij andere vormen van georganiseerde en high-impact criminaliteit, waaronder bijvoorbeeld drugshandel, wordt een dergelijke oververtegenwoordiging van dadergroepen met een Marokkaanse achtergrond niet geconstateerd.

Vraag 3

Deelt u de mening dat Nederland te maken heeft met een Marokkanenprobleem?

Vraag 4

Bent u bang om het Marokkanenprobleem te benoemen? Zo ja, waar bent u precies bang voor? Zo nee, waarom doet u er dan niets aan?

Vraag 5

Bent u bang het Marokkanenprobleem gericht en snoeihard aan te pakken? Zo ja, waar bent u precies bang voor? Zo nee, waarom doet u er dan niets aan?

Antwoord 3,4 en 5

Het kabinet onderkent dat bepaalde groepen meer overlast en criminaliteit veroorzaken dan andere. De oplossing hiervoor is een combinatie van preventieve activiteiten die misdragingen moeten voorkomen aan de ene kant en het stevig aanpakken van raddraaiers, overlastgevers en criminelen aan de andere kant. In deze aanpak wordt geen onderscheid naar etniciteit gemaakt. Wel is het uiteraard zo dat de groepen die vaker problemen veroorzaken navenant meer met deze aanpak in aanraking zullen komen. Bij de preventieve activiteiten gaat het vooral om het versterken van de rol van de ouders, het helder neerzetten en uitdragen, bijvoorbeeld via het onderwijs, van de normen en waarden waar wij ons in Nederland aan houden, het aanpakken van jeugdwerkloosheid en het versterken van de geestelijke gezondheidszorg voor migrantenjongeren. Jongeren die toch over de schreef gaan worden stevig en gericht aangepakt, zowel individueel als in groepsverband. De aanpak van (jeugd)criminaliteit is een van de speerpunten van dit kabinet en is onder meer gericht op het verminderen van de jeugdgroepen en high impact crime zoals de overvallen. Ook de verdere vormgeving van veiligheidshuizen en de ontwikkeling van het adolescentenstrafrecht zijn aspecten waarmee het kabinet de aanpak van criminaliteit gepleegd door jongvolwassenen versterkt. Ik verwijs u ook naar mijn eerdere antwoord op vraag 2,3,4, en 6 uit de set van de leden Wilders, Van Klaveren en Helder (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1169).

Vraag 6

Deelt u de mening dat de slachtoffers van Marokkaans geweld zelden of nooit Marokkanen zijn en dat er dus gesproken kan worden van Marokkaans racisme? Bent u bang ook dit eerlijk te benoemen? Zo ja, waar bent u precies bang voor? Zo nee, waarom doet u er niets aan?

Antwoord 6

Er zijn mij geen cijfers bekend die deze stelling kunnen bevestigen aangezien de koppeling tussen de etniciteit van dader en slachtoffer niet als zodanig wordt geregistreerd.

Vraag 7

Bent u eindelijk bereid uit uw luie politiek-correcte stoel te komen en gerichte maatregelen te nemen om deze gewelddadige Marokkaanse criminelen, die inmiddels in heel Nederland overvallen plegen op banken en juweliers, in drugs handelen en vele wijken en straten onveilig maken, eens hard aan te pakken? Zo nee, kunt u dan niet beter opstappen en plaatsmaken voor een daadkrachtige bestuurder die niet bang is om problemen te benoemen en op te lossen en Nederland veiliger te maken?

Antwoord 7

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 3 t/m 5.


X Noot
1

Het Parool, 5 januari 2013

Naar boven