Vragen van de leden Fokke en JanVos (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «niet ondertekenen verdrag export onbegrijpelijk» (ingezonden 30 november 2012).

Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 4 februari 2013).

Vraag 1

Kent u het bericht «niet ondertekenen verdrag export onbegrijpelijk»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat Nederland het internationale verdrag voor de export van gevaarlijke stoffen (ILO-verdrag 170) niet wil ondertekenen?

Antwoord 2

Verdrag 170, chemische stoffen, maakt deel uit van een pakket ILO-verdragen op het gebied van arbeidsomstandigheden, waarover het kabinet bij brief van 9 mei 20122 een standpunt heeft gezonden aan de Kamer. Ik heb in het Algemeen Overleg van 28 november jl. aan de VC-SZW toegezegd sociale partners nader te zullen consulteren over de eventuele ratificatie van dit verdrag. Naar aanleiding van het overleg tussen Kabinet en de Stichting van de Arbeid op 19 december heb ik de Kamer per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2012–2013, 29 554, nr 425). Daarin is aangegeven dat aan de Stichting advies zal worden gevraagd over de ratificatie, met daarbij aandacht voor de administratieve lasten. Op verzoek nadien van de sociale partners zal de adviesaanvraag echter niet aan de Stichting worden voorgelegd maar aan de SER. Uiteraard zal de Kamer, conform deze toezegging, over de uitkomsten geïnformeerd worden.

Vraag 3

Deelt u de mening dat, door het niet ondertekenen van dit verdrag, werknemers in andere landen mogelijk in gevaar kunnen komen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De problematiek van eventuele risico’s voor werknemers in derde landen en eventuele gevolgen daarvan voor het al dan niet ratificeren van dit verdrag, zal aan de orde worden gesteld in de nadere consultatie van sociale partners. Zonder op de uitkomsten daarvan vooruit te lopen, wijs ik erop dat, langs alternatieve weg, eveneens informatie te verkrijgen is over chemische stoffen, door middel van de website echa.europa.nl. Met behulp van deze website kunnen gebruikers toegang verkrijgen tot diverse databases over de classificatie van zoveel mogelijk gevaarlijke stoffen.

Vraag 4

Zijn de administratieve lasten, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft berekend, voor de Nederlandse bedrijven inderdaad slechts «enkele tientjes per transport»? Zo nee, hoe hoog zijn deze bedragen dan?

Antwoord 4

Het rapport van het RIVM is gebaseerd op een quick scan. Daarbij is een globale inschatting gemaakt van de kosten voor Nederlandse bedrijven als Verdrag 170 wordt geratificeerd. Deze kosten variëren volgens het RIVM en zijn afhankelijk van bedrijfsomvang, exportervaring van het bedrijf en de uitgebreidheid van het assortiment aan stoffen dat het bedrijf exporteert. Met inachtneming hiervan, komt het RIVM tot een indicatie van de lasten. Voor grote bedrijven variëren deze van 80 – 160 euro per klant. En voor kleine bedrijven variëren de lasten tussen de 200 en 400 euro per klant.

Vraag 5

Hoe staan andere EU-lidstaten hierin? Hebben deze lidstaten het verdrag wel ondertekend, met als gevolg dat Nederlandse bedrijven feitelijk en op verkeerde gronden een concurrentievoordeeltje hebben?

Antwoord 5

Het verdrag is door 5 van de 27 EU-landen geratificeerd. Tweeëntwintig landen zijn niet tot ratificatie overgegaan.

Naar boven