Vragen van de leden Van Klaveren, Helder en Wilders (allen PVV) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over het racistische Marokkaanse geweld (ingezonden 10 december 2012).

Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 31 januari 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van het NOS 20:00 uur Journaal van 6 december 2012?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Hoe oordeelt u over de bewering in de uitzending dat er volgens de scheidsrechters (de heer Van der List, voorzitter Amsterdamse scheidsrechtersvereniging) nog veel te weinig aandacht is voor de Marokkaanse (allochtone) achtergrond van de meeste daders van geweld?

In hoeverre deelt u de visie dat Nederland een structureel Marokkanenprobleem heeft dat zich niet beperkt tot geweld op voetbalvelden maar ook leidt tot geweld in het openbaar vervoer, zwembaden, scholen, wijken en het uitgaansleven?

Wat is volgens u de oorzaak dat 65% van de Marokkaanse jongens tot 23 jaar in aanraking komt met politie?

Antwoord 2, 3, 4

Het kabinet onderkent dat bepaalde groepen meer overlast en criminaliteit veroorzaken dan andere. Naar de oorzaken hiervoor zijn verschillende onderzoeken gedaan. Zo blijkt uit het Jaarrapport Integratie 2012 dat een belangrijke verklaring voor de oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen in de criminaliteit hun gemiddeld slechtere sociaaleconomische positie is ten opzichte van autochtonen. Daarnaast spelen ook andere demografische en sociaaleconomische factoren zoals gezinssamenstelling, lage ouderbetrokkenheid, schooluitval en de achterstand van de woonbuurt en migratie- en groepsspecifieke factoren een rol. Om overlast en criminaliteit aan te pakken wordt een combinatie ingezet van preventieve activiteiten die misdragingen moeten voorkomen aan de ene kant en het hard aanpakken van raddraaiers, overlastgevers en criminelen aan de andere kant. In deze aanpak wordt geen onderscheid naar etniciteit gemaakt. Wel is het uiteraard zo dat de groepen die vaker problemen veroorzaken navenant meer met deze aanpak in aanraking zullen komen. Voor een uiteenzetting van enkele maatregelen van deze aanpak verwijs ik u naar mijn antwoord op de vragen 2, 3, 4 en 6 van de leden Wilders, Van Klaveren en Helder (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 1169).

Vraag 5

Bent u bereid Marokkaanse geweldplegers met een dubbele nationaliteit na hun straf te denaturaliseren en ons land uit te zetten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

De intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een veroordeling voor commune misdrijven is niet mogelijk.

Naar boven