Vragen van de leden Mei Li Vos, Hamer en Kerstens (allen PvdA) aan de ministers van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in de Nederlandse pakketdienstensector (ingezonden 19 december 2012).

Mededeling van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 januari 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over en het onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in de Nederlandse pakketdienstensector?1

Vraag 2

Volgens het onderzoek worden veel pakketbezorgers onderbetaald door de systematiek van stukloon, ervaren zij veel werkdruk, rijden zij daardoor soms te hard, nemen zij weinig pauzes en vormen zij daardoor voor zichzelf en anderen een gevaar. Deelt u de mening dat dat dit een onwenselijke situatie is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Zal het voornemen van de regering van 30 november 2012 om mensen die werken op een Overeenkomst Van Opdracht onder het wettelijk minimumloon te laten vallen voor alle pakketbezorgers gelden, ook voor hen die onder andere voorwaarden of met andere contracten pakketten bezorgen?

Vraag 4

Wat is de reden dat pakketbezorgers bij PostNL geen Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) te hoeven hebben als zij als onderaannemer pakketten gaan bezorgen?2

Vraag 5

Deelt u de analyse dat een bijzondere behandeling van PostNL leidt tot een voordeel ten opzichte van andere pakketbedrijven en dat een dergelijk voordeel slecht is voor de concurrentieverhoudingen en heeft geleid tot een scherpe concurrentie op arbeidsvoorwaarden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Hoe kan het zijn dat pakketbezorgers die voor slechts één pakketbedrijf werken en niet zelf hun tarieven kunnen bepalen toch worden aangemerkt als zelfstandig ondernemer? Hoe vaak controleert de Belastingdienst in de pakketdienstensector of er sprake is van zelfstandig ondernemerschap zoals bedoeld indien er een VAR winst uit onderneming (VAR-wuo) wordt verstrekt?

Vraag 7

Bent u het eens met de vragenstellers dat schijnzelfstandigheid in de pakketdienstensector voorkomen en beëindigd moet worden?

Vraag 8

Bent u van plan om in de pakketdienstensector de Inspectie Leefomgeving en Transport te laten controleren op het naleven van de Wet wegvervoer goederen (WWG) en de Arbeidsinspectie op het naleven van de arbeidsomstandigheden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Bent u bereid om de Autoriteit Consument en Markt te vragen onderzoek te doen naar de concurrentieverhoudingen op de pakketdienstenmarkt, inclusief de vraag of de onderhandelingsmacht van onderaannemers sterk genoeg is? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Vos, Hamer en Kerstens (allen PvdA) over «het onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in de Nederlandse pakketdienstensector» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. Uw Kamer heeft tevens verzocht om uiterlijk 24 januari a.s. mijn reactie te mogen ontvangen op het zogenoemde «SOMO-rapport», waarnaar in de Kamervragen wordt verwezen (verzoek van 20 december 2012, kenmerk 2012Z22138/2012D48828). Ik zal mijn reactie op het rapport betrekken bij de beantwoording van de Kamervragen.


X Noot
1

«Pakketbedrijven vragen te veel van bezorgers», in: De Volkskrant, 15 december 2012 en Status: Bezorgd. Arbeidsomstandigheden in de Nederlandse pakketdienstensector, SOMO, december 2012

Naar boven