Vragen van het lid Oskam (CDA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de rapportage «Drugshaven» (ingezonden 10 januari 2013).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 januari 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de reportage van Omroep Brabant waaruit blijkt dat de smokkel van cocaïne in vooral de haven van Antwerpen een groot probleem is?1 Wat is uw reactie op deze uitzending?

Vraag 2

Klopt het dat 95% van de in Antwerpen binnengesmokkelde cocaïne naar Nederland wordt doorgevoerd? Zo nee, kunt u duidelijk maken wat het correcte cijfer dan wel is?

Vraag 3

Wat doet u er momenteel concreet aan om te voorkomen dat cocaïne die in België is ingevoerd, Nederland wordt binnengesmokkeld?

Vraag 4

Kunt u duidelijk maken in hoeverre het Openbaar Ministerie in Nederland op dit moment samenwerkt met de Belgische autoriteiten op het terrein van bestrijding van drugssmokkel in grote zeehavens?

Vraag 5

Deelt u de in de uitzending van verschillende kanten geuite mening dat er veel ruimte is voor verbetering in vooral de structurele samenwerking tussen Nederland en België?

Vraag 6

Wat is uw visie op de door de Belgische justitie bepleitte internationale haventeams, die meer informatie moeten uitwisselen over smokkelaars en methoden?

Vraag 7

In hoeverre is ook Europol actief in de bestrijding van deze drugshandel?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Oskam (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de rapportage «Drugshaven» (ingezonden 10 januari 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven