Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de effecten van de vermogensinkomensbijtelling voor het bepalen van de eigen bijdrage voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (ingezonden 25 januari 2013).

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 30 januari 2013).

Vraag 1

Kunt u op basis van de verstuurde beschikkingen van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) inzicht verschaffen in de (voorlopige) opbrengst van de vermogensinkomensbijtelling in 2013? Komt die opbrengst overeen met de vooraf geschatte opbrengst, uitgesplitst naar AWBZ-zorg met verblijf (€ 146 miljoen), AWBZ-zorg zonder verblijf (€ 12 miljoen) en de Wmo (€ 32 miljoen)?1 Zo nee, hoeveel wijkt de opbrengst af?

Vraag 2

Kunt u op basis van de beschikkingen van het CAK aangeven of de vooraf ingeschatte gemiddelde verhoging van de eigen bijdrage overeenkomt met de daadwerkelijke gemiddelde verhoging, uitgesplitst naar de hoge eigen bijdrage voor zorg met verblijf (€ 235 per maand), de lage eigen bijdrage voor zorg met verblijf (€ 12 per maand), de eigen bijdrage voor de Wmo (€ 37 per maand) en de eigen bijdrage voor zorg zonder verblijf (€ 22 per maand)?

Antwoord 1 en 2

Voor de vermogensinkomensbijtelling (VIB) is in het Begrotingsakkoord 2013 uitgegaan van een opbrengst van ongeveer € 150 miljoen op jaarbasis voor cliënten die in een intramurale instelling verblijven en ongeveer € 50 miljoen op jaarbasis voor cliënten die extramurale zorg of een voorziening uit de WMO ontvangen. Op basis van de eerste beschikkingen die het CAK heeft gestuurd, geeft het CAK aan dat de opbrengst voor intramurale AWBZ in dezelfde orde van grootte ligt. Er zijn nog geen beschikkingen uitgegaan voor de WMO of extramurale AWBZ. Het is nu te vroeg om met zekerheid aan te geven wat de opbrengst zal worden. Mede gezien het feit dat de eigen bijdragen voor cliënten die gebruik maken van extramurale AWBZ en/of een voorziening uit de WMO dit jaar nog niet zijn opgelegd. Ook kan de hoogte van de eigen bijdrage per cliënt gedurende het jaar variëren door verandering in inkomen, vermogen of vraag naar zorg/voorziening. Dit zal uiteindelijk ook invloed hebben op de macro-opbrengst. Als laatste kunnen de beschikkingen die in januari uit zijn gegaan nog veranderen door bijvoorbeeld een aanvraag tot peiljaarverlegging.

Vraag 3

Kunt u op basis van de beschikkingen van het CAK inzicht geven in het aantal mensen per box III vermogenscategorie, met een interval van € 10.000, dat te maken krijgt met de vermogensinkomensbijtelling (dus: € 0–€ 10.000, € 10.000–€ 20.000, (...) tot > € 200.000)?

Antwoord 3

Op grond van de in januari gestuurde beschikkingen heeft het CAK onderstaande tabel gemaakt voor de cliënten die gebruik maken van intramurale zorg.

Grondslag sparen en beleggen

Aantal

€ 0,– tot € 10.000,–

10.963

€ 10.000,– tot € 20.000,–

10.197

€ 20.000,– tot € 30.000,–

7.792

€ 30.000,– tot € 40.000,–

5.372

€ 40.000,– tot € 50.000,–

3.768

€ 50.000,– tot € 60.000,–

2.784

€ 60.000,– tot € 70.000,–

2.278

€ 70.000,– tot € 80.000,–

1.929

€ 80.000,– tot € 90.000,–

1.590

€ 90.000,– tot € 100.000,–

1.398

€ 100.000,– tot € 150.000,–

5.022

€ 150.000,– tot € 200.000,–

3.051

€ 200.000,– en hoger

7.388

Totaal

63.532

Dit betreft het aantal cliënten op 1 januari 2013.

Vraag 4

Kunt u ingaan op de vraag of de gemiddelde verhoging van de eigen bijdrage voor het zevende (€ 264 per maand), achtste (€ 463 per maand) en negende deciel (€ 635 per maand) van tabel 4.3.1 uit de bijlage bij de brief van uw voorganger van 22 juni 2012 overeenkomt met de signalen die van mensen zijn ontvangen dat de hoge eigen bijdrage voor verblijf bij een box III vermogen van € 150.000 soms stijgt met bijna € 1000 per maand?2 Kunt u aangeven welke box III vermogens horen bij elk van de vermogensdecielen uit tabel 4.3.1?

Antwoord 4

In de CBS tabel is aangegeven hoeveel cliënten per type eigen bijdrage effect ondervinden van de vermogensinkomensbijtelling. Ook de totale opbrengsten per categorie zijn vermeld en de gemiddelde stijging van de eigen bijdrage per jaar per type eigen bijdrage. Daarnaast heeft het CBS een verdeling naar inkomensdeciel gemaakt.

Uit de tabel valt af te leiden dat mensen in een laag inkomensdeciel gemiddeld een lagere stijging van de eigen bijdrage op grond van de VIB ondervinden en mensen in een hoger inkomensdeciel een gemiddelde hogere stijging kennen. Omdat het gaat om gemiddelden kan in elk inkomensdeciel een variatie in hoogte van de eigen bijdrage stijging op treden. Hierdoor is het dan ook niet mogelijk om te zeggen dat de hoge eigen bijdrage stijgingen zich beperken tot enkele inkomensdecielen.

Vraag 5

Kunt u op basis van de beschikkingen van het CAK inzicht geven in het aantal mensen onder de 65 jaar en het aantal mensen boven de 65 jaar dat te maken krijgt met een vermogensinkomensbijtelling?

Antwoord 5

Zorg met Verblijf

Aantal

65 min

21.394

65 plus

42.138

Totaal

63.532

Voor de volledigheid, dit betreft het aantal cliënten op 1 januari 2013. Voor cliënten met een pensioengerechtigde leeftijd geldt een extra fiscale inkomensafhankelijke vrijstelling (afhankelijk van inkomen maximaal € 49.123 per persoon) die ook geldt voor de VIB.

Vraag 6

Wilt u alsnog de mogelijkheid onderzoeken om een voor iedereen gelijke box III vrijstelling te hanteren voor het bepalen van de vermogensinkomensbijtelling, of een specifieke compensatie te geven voor benadeelde groepen? Met hoeveel procent zou het percentage van de vermogensinkomensbijtelling hiermee naar beneden kunnen om dezelfde opbrengst van € 200 miljoen te genereren?

Antwoord 6

Zoals in antwoord 1 al aangegeven zijn de verwachte meeropbrengsten vooralsnog deels onzeker. Ik ben op dit moment aan het inventariseren hoe de maatregel heeft uitgepakt. Ik zal ook hierbij kijken hoe de maatregel uit heeft gepakt voor de verschillende groepen.

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe u mensen tegemoet komt als zij geconfronteerd worden met een eigen bijdrage die hoger is dan hun inkomen, terwijl het box III vermogen niet liquide is, bijvoorbeeld als vermogen vastzit in een vooralsnog onverkoopbaar huis dat niet geldt als eigen woning in box I of in langjarig vastgezette beleggingen?

Antwoord 7

De Kamer heeft destijds naar aanleiding van het Begrotingsakkoord bewust voor de onderhavige regeling gekozen. Veel fracties stellen nu vragen naar aanleiding van de consequenties van de uitvoering van deze regeling.

Ik acht het zuiver eerst met de Kamer in overleg te treden over de vraag welke gevolgen kennelijk door de Kamer ongewenst worden geacht.

Vraag 8

Is het mogelijk deze vragen voor dinsdag 29 januari 2013, 12.00 uur, te beantwoorden?

Antwoord 8

Ja.


X Noot
1

Kamerstuk 33 204, nr. 18, Actualisatie van de in de memorie van toelichting gemaakte berekening van de inkomenseffecten

X Noot
2

Kamerstuk 33 204, nr. 7

Naar boven