Vragen van de leden Dijkhoff en Van der Steur (beiden VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de berichten «Lagere straffen snelrecht Den Haag» en «Lage straffen voor incidenten tijden Oud en Nieuw» (ingezonden 4 januari 2014).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 23 januari 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten «Lagere straffen snelrecht Den Haag»1 en «Lage straffen voor incidenten tijdens Oud en Nieuw»?2

Vraag 2

Hoeveel incidenten betreffende geweld tegen hulpverleners hebben zich voorgedaan tijdens de laatste jaarwisseling en van welke ernst waren deze incidenten?

Vraag 3

Hoeveel incidenten zijn door middel van een Openbaar Ministerie-afdoening (OM-afdoening) en/of transactie afgedaan? Is in die gevallen ook een sanctie van 200% opgelegd dan wel geaccepteerd?

Vraag 4

Zijn de incidenten die aan de rechter zijn, dan wel worden, voorgelegd zoveel mogelijk afgehandeld door middel van toepassing van supersnelrecht dan wel snelrecht?

Vraag 5

Is het waar dat het OM een strafeis van 200% heeft ingesteld in de zaken waarin verdachten zich moesten verantwoorden voor gevallen van geweld tegen hulpverleners? Is het waar dat de rechter die verhoogde strafeis niet altijd volgt? Wat zijn daarvan de redenen?

Vraag 6

Vormen de in de aangehaalde berichten genoemde uitspraken van de rechtbank ’s-Gravenhage een afspiegeling van een landelijk beeld of beperkt het niet volgen van de 200%-eis zich tot de Haagse rechtbank?

Vraag 7

Betekenen de aangehaalde uitspraken dat bestraffing via de rechter voor verdachten van geweldpleging tegen hulpverleners gunstiger uitpakt dan bestraffing via een OM-afdoening en/of een transactie?

Vraag 8

Komt de lagere bestraffing voort uit de keuze voor de toepassing van (super)snelrecht? Zo ja, welke aanpassing acht u dan wenselijk om ervoor te zorgen dat geweld tegen hulpverleners toch snel wordt bestraft, terwijl tevens een hogere strafoplegging kan worden verzekerd?

Vraag 9

Deelt u de mening dat een pleger van fysiek geweld tegen een hulpverlener, die zich naar de aard van zijn functie niet kan onttrekken aan de geweldpleging, streng dient te worden bestraft, omdat hiermee een afschrikwekkende functie uitgaat van de bestraffing en dat daarmee dus het voor de hulpverlenende instanties noodzakelijke gezag ontstaat?

Vraag 10

Wat bent u van plan om te doen om ervoor te zorgen dat geweld tegen hulpverleners toch op passende wijze kan worden bestraft? Kunt u toezeggen dat geweld tegen een hulpverlener voortaan conform de 200%-lijn zal worden bestraft?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het leden Dijkhoff en Van der Steur (beiden VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de berichten «Lagere straffen snelrecht Den Haag» en «Lage straffen voor incidenten tijden Oud en Nieuw»(ingezonden 4 januari 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven