Vragen van het lid
Van Gerven
(SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het inzetten van ongediplomeerde zomerhulpen in de
thuiszorg (ingezonden 16 augustus 2011).
Antwoord van staatssecretaris
Veldhuijzen van Zanten-Hyllner
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 26 september 2011).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat in de regio Arnhem ongediplomeerde zomerhulpen worden ingezet in de thuiszorg? Deelt
u de mening dat de hiervoor verantwoordelijke zorgaanbieders de veiligheid en gezondheid van de cliënten op het spel zetten?
Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Voor de zorgaanbieders en mij staan de veiligheid en gezondheid van de cliënt uiteraard voorop. Ik deel de mening echter niet
dat de in het artikel aangehaalde zorgaanbieders de veiligheid en gezondheid van cliënten op het spel zetten.
In het bericht komen twee thuiszorgorganisaties ter sprake. Bij één instelling wordt aangegeven dat soms niet-gekwalificeerde
huishoudelijke hulpen worden ingezet bij gebrek aan gediplomeerde krachten. Uit navraag blijkt dat het hierbij gaat om thuishulpen.
Dat zijn medewerkers die uitvoering geven aan basistaken huishoudelijke hulp, aangezien cliënten nog zelf de regie kunnen
voeren. In de aanbestedingen voor thuishulp zijn geen kwalificaties opgenomen.
Daarnaast geeft het artikel aan dat personen die een opleiding in de zorg volgen door beide thuiszorgorganisaties worden ingezet
voor verzorgende activiteiten. In het algemeen kan ik stellen dat het niet acceptabel is als mensen handelingen moeten verrichten
waarvoor ze niet bekwaam zijn, omdat de veiligheid en gezondheid van cliënten in het gedrang kunnen komen. Uit navraag blijkt
echter dat de betreffende studenten alleen zijn ingezet voor handelingen waarvoor zij bekwaam zijn. Bovendien zijn zij begeleid.
Vraag 2, 3
Wat is uw verklaring voor het jaarlijks terugkerende fenomeen van onderbezetting in de zorg met als gevolg een verdere daling
van de kwaliteit? Berust u in deze situatie of bent u voornemens structurele maatregelen te treffen? Wilt u uw antwoord toelichten?
Deelt u de mening dat zorginstellingen die vanwege slechte planning te kampen hebben met onderbezetting en die ongekwalificeerd
personeel inzetten moeten worden aangepakt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt
u toelichten op welke wijze maatregelen worden genomen en welk effect die maatregelen de afgelopen jaren hebben gesorteerd?
Antwoord 2, 3
Het is ieder jaar voor iedere werkgever, wat hij ook produceert, weer een uitdaging om het werk en de vakantie van medewerkers
zo te organiseren dat er geen onoverkomelijke gaten vallen in de productie. Een tijdelijke collectieve sluiting van een sector,
zoals jarenlang gebruikelijk was in de bouwsector, is in de zorg uiteraard onmogelijk. Dankzij de extra aandacht die werkgevers
jaarlijks aan deze uitdaging besteden, voorkomen zij dat vakantiegebonden tekorten schrijnend uitwerken voor de cliënten.
Instellingen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde zorg. Het opleidingsbeleid en de inzet
van medewerkers maken daar onderdeel van uit. De IGZ toetst of er sprake is van verantwoorde zorg door gekwalificeerd personeel.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het aannemelijk is dat zorgaanbieders die niet in staat zijn om tijdens vakantieperiodes adequate personeelsbezetting
te organiseren, ook in de rest van het jaar zwak zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de IGZ te verzoeken om na
te gaan in hoeverre bij deze zorgaanbieders risico’s bestaan voor de veiligheid en gezondheid van cliënten en de bevindingen
aan de Kamer te rapporteren?
Antwoord 4
Ik vind het belangrijk dat alle zorgaanbieders gedurende het gehele jaar goede zorg verlenen. Ik zie dan ook geen reden om
de IGZ te verzoeken zich specifiek te richten op zorgaanbieders die tijdens een vakantieperiode moeite hebben om een adequate
personeelsbezetting te organiseren.
Vraag 5
Deelt u de mening dat zorginstellingen tijdig zomerplannen zouden moeten opstellen om onderbezetting en daling van de kwaliteit
in de vakantieperiode te voorkomen, en dat de IGZ hierop streng dient toe te zien? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u de Kamer
informeren over de wijze waarop u gaat bevorderen dat zorgbehoevende mensen de zomerperiode voortaan met vertrouwen tegemoet
kunnen zien?
Antwoord 5
Zorginstellingen zelf zijn primair verantwoordelijk voor hun personeelsbeleid. Zij hebben aangetoond deze verantwoordelijkheid
aan te kunnen en te werken aan het verminderen van periodes van onderbezetting. Voor de rol van de IGZ in deze verwijs ik
u naar het antwoord op vraag 2 en 3.
X Noot
1http://www.gelderlander.nl/voorpagina/arnhem/article9293307.ece