Vraag 2, 3 en 4
Is het genoemde cijfer van 3000 accuraat? Zo nee, hoeveel plekken zullen er dan verdwijnen?
Deelt u de mening dat het verdwijnen van 3000 plekken voor postdocs en promovendi
alsmede het verschralen van hun arbeidsvoorwaarden onacceptabel is als het kabinet
een kenniseconomie pretendeert te willen? Zo nee, waarom niet?
Wat gaat u doen om te voorkomen dat er plekken voor postdocs en promovendi zullen
verdwijnen?
Antwoord 2, 3 en 4
Eerder heb ik op vragen in het debat over de Bedrijfslevenbrief al aangegeven dat
de berekening van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) niet op de juiste cijfers
is gebaseerd en dat daardoor een onvolledig en te negatief beeld wordt gepresenteerd.
Ik heb ook, bij het debat over de begroting, aangekondigd dat ik een nadere uitwerking
van de schriftelijke antwoorden zou geven.
Het beeld dat de VSNU geeft, dient op de volgende aspecten te worden gecorrigeerd:
Ten eerste heeft de VSNU de in verband met de crisis eenmalig sterk opgehoogde middelen
van de FES-begroting van 2009 tot en met 2012 vergeleken met de begroting van 2015.
Daar vallen de begrotingen voor de jaren 2009 en 2010 onder, die in verband met crisismaatregelen
verhoogd waren door het naar voren halen van middelen die voor latere jaren waren
begroot. Daarnaast stelt de VSNU uitgaven uit het FES-domein kennis en innovatie gelijk
aan investeringen in kennis en onderzoek. Een substantieel deel van de investeringen
kwam echter ten goede aan projecten op onderwijsgebied. De werkelijke verlaging van
de FES-middelen in 2015 bedraagt daarmee niet 500 miljoen euro maar circa 240 miljoen
euro.
Ten tweede houdt de VSNU wel rekening met de afbouw van FES-middelen, maar niet met
de verhoging van het budget voor innovatie en kennis. Zoals in de Bedrijfslevenbrief
aangekondigd zal het accent van subsidie naar fiscale maatregelen worden verlegd en
komt daarmee 1,5 miljard euro per jaar ter beschikking voor innovatie en kennis. De
nieuwe instrumenten RDA en RDA+ stimuleren de uitgaven van bedrijven aan innovatie
en dragen bij aan het realiseren van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie, die
naar verwachting in 2015 500 miljoen euro aan onderzoek en kennis zullen besteden.
De ervaring met de huidige Technologische Topinstituten is dat een substantieel deel
van hun middelen wordt besteed aan AIO’s en postdoctorale studenten. In 2010 betrof
het circa 1700 AIO’s en postdoctorale studenten bij een investeringsniveau van 250
miljoen euro per jaar. Deze intensivering is niet verwerkt in de berekening van de
VSNU.
Ten derde wordt door de transitie van subsidies naar fiscale maatregelen en door de
substantiële inzet van kennisinstellingen als NWO, TNO en universiteiten in het Topsectorenbeleid
de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen op meer structurele en effectievere
wijze georganiseerd. Hiermee ontstaat, zeker ten opzichte van de impulsfinanciering
uit het FES, een stabiele basis voor het aanstellen van postdoctorale studenten en
promovendi.
Ik heb met de kennisinstellingen afgesproken dat ik de ontwikkelingen nauwgezet zal
monitoren en hen hierbij zal betrekken. Ik heb alle vertrouwen in de versterkte samenwerking
van bedrijven en kennisinstellingen in de Topsectoren en de nieuwe mogelijkheden voor
postdoctorale studenten en promovendi die hierdoor worden gecreëerd.