Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over intimidatie door de ex-directeur van PI te Tilburg (ingezonden 17 november 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 16 december 2011) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 929.

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over de ex-directeur van de Tilburgse gevangenis die zich schuldig zou hebben gemaakt aan intimiderend en beledigend gedrag en in het geheim camera’s zou hebben opgehangen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Is het waar dat er een briefwisseling heeft plaatsgevonden tussen uw ministerie en de Ondernemingsraad (OR) van de gevangenis in Tilburg over het onbeschoft, beledigende en intimiderende gedrag van de ex-directeur? Zo ja, is het waar dat u besloten heeft niets met de informatie over het wangedrag van de ex-directeur te doen? Zo ja, waarom niet? Zo ja, wat heeft u ondernomen en tot welk resultaat heeft dat geleid?

Is het waar dat u aan de ondernemingsraad heeft geantwoord dat «over het wangedrag niet valt na te gaan wat er precies is gebeurd»? Zo ja, deelt u de mening dat als sprake is van wangedrag, zoals seksuele intimidatie, onbeschoft en beledigend gedrag, van een hooggeplaatste functionaris met een publieke taak, onderzocht moet worden wat er precies is gebeurd? Zo ja, waarom bent u van mening dat dat niet in dit geval nodig is geweest?

Is het waar dat er geen aangifte is gedaan van seksuele intimidatie? Zo nee, hoeveel klachten zijn er dan wel geweest? Wat is er met die klachten gedaan?

Antwoord 2, 3 en 4

Het is juist dat er correspondentie is geweest tussen mijn departement en de Ondernemingsraad (OR) en het personeel van de penitentiaire inrichting (PI) Tilburg over het gedrag van de ex-directeur. De correspondentie had betrekking op het onderzoek dat is uitgevoerd door het Bureau Integriteit en Veiligheid (BI&V) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en de conclusies die op basis van dit onderzoek zijn getrokken. In zijn laatste brief heeft de OR aangegeven de briefwisseling als afgerond te beschouwen. Aanleiding voor het onderzoek vormden klachten over het functioneren van de betrokken directeur. Uit het onderzoek van het BI&V blijkt dat er zowel getuigen zijn die de beschuldigingen jegens de directeur bevestigen als getuigen die deze beschuldigingen ontkennen. Er is geen aangifte gedaan van seksuele intimidatie. De conclusie op basis van het feitenonderzoek door het BI&V is dat geen eenduidig beeld bestaat van wat in een bepaalde context nu exact wel en niet is gezegd. Betrokkene heeft zich teruggetrokken als vestigingsdirecteur van de PI Tilburg.

Vraag 5

Is er sprake van een doofpotaffaire? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 2, 3 en 4 heb toegelicht, is naar aanleiding van de klachten een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd door het BI&V. Over de conclusies die zijn getrokken op basis van dit onderzoek is open en transparant gecommuniceerd met de OR en alle medewerkers van de PI Tilburg. Op geen enkele wijze is dan ook sprake van een doofpotaffaire.

Vraag 6 en 7

Is het waar dat de ex-directeur in het geheim camera’s in de gevangenis heeft opgehangen? Zo ja, kan dit zomaar?

Als een gevangenisdirecteur niet zomaar geheime camera’s kan ophangen in de gevangenis, wat is dan de procedure? Heeft de ex-directeur zich aan deze procedure gehouden? Zo nee, heeft u de directeur gesanctioneerd? Zo ja, welke sanctie heeft u deze ex-directeur opgelegd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6 en 7

Het is juist dat de ex-directeur cameratoezicht op medewerkers heeft laten uitvoeren. Hoewel hij dit punt wel informeel aan de orde heeft gesteld bij de OR, heeft de ex-directeur verzuimd hiervoor formeel toestemming te vragen conform de Wet op de ondernemingsraden. Nadat de OR op 25 november 2010 aan de directeur meedeelde dat geen toestemming was verleend voor het bedoelde toezicht, heeft deze het cameratoezicht beëindigd.

Waar het gaat om de ambtelijke rechtspositie van de voormalig directeur van de PI Tilburg merk ik op dat deze personeelsvertrouwelijk van aard is. Ik ga hier dan ook niet verder op in.

Vraag 8

Waarom heeft de ex-directeur de geheime camera’s opgehangen? Zijn de mensen die op die camera’s te zien zijn geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Een incident met een medewerker dat zich in de betreffende gang had voorgedaan, was voor de ex-directeur aanleiding voor het overgaan tot cameratoezicht. Het cameratoezicht was – gedurende de periode dat het werd uitgeoefend – inmiddels algemeen bekend geworden bij het betreffende personeel en heeft geleid tot de constatering van de OR dat geen instemming was verleend. De personen die op de beelden te zien zijn, zijn – gelet op het voorgaande –  niet persoonlijk geïnformeerd.


X Noot
1

Handtastelijke bajesdirecteur overgeplaatst; Ondernemingsraad woedend: hier is sprake van een doofpotaffaire.

Naar boven