Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over ondertekening door Nederland van het Verdrag van de Raad van Europa over preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (ingezonden 11 november 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 14 december 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het feit dat het Verdrag van de Raad van Europa inzake preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld al sinds 11 mei 2011 ter ondertekening staat opengesteld?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Deelt u de opvatting dat dit verdrag uniek van aard is en een internationaal, juridisch bindend en alomvattend instrument vormt om actief op te treden op het gebied van preventie, slachtofferhulp en vervolging van daders? Zo ja, waarom heeft Nederland als lidstaat van de Raad van Europa dit verdrag tot op heden nog niet ondertekend, terwijl zeventien andere landen ons reeds zijn voorgegaan? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat Nederland zo spoedig mogelijk dient over te gaan tot ondertekening van het verdrag? Zo ja, binnen welke termijn kan de Kamer verwachten dat het verdrag door Nederland zal worden ondertekend opdat de Kamer kan overgaan tot officiële bekrachtiging van dit verdrag? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Het kabinet onderschrijft in algemene zin het belang van dit verdrag. Bij de huidige stand (november 2011) hebben zeventien lidstaten van de Raad van Europa het verdrag ondertekend. Geen lidstaat heeft het verdrag tot nog toe geratificeerd. Het verdrag treedt in werking op het moment dat tien landen, waaronder ten minste acht lidstaten van de Raad van Europa, na ondertekening het verdrag ook daadwerkelijk hebben geratificeerd.

Aanvang 2012 zal Nederland een begin maken met de voorbereiding voor de ondertekening en ratificatie van het verdrag. Daarbij zal – zoals gebruikelijk – de goedkeuringswetgeving gezamenlijk met de benodigde uitvoeringswetgeving in procedure worden gebracht. Nederland streeft ernaar dat voor de zomer van 2012 tot ondertekening van het verdrag kan worden overgaan. Het moment van ratificatie is uiteraard mede afhankelijk van de behandeling van de goedkeurings- en uitvoeringswetgeving door beide Kamers der Staten-Generaal.


X Noot
1

http://conventions.coe.int/Treaty/Commun/ChercheSig.asp?NT=210&CM=1&DF=&CL=ENG

Naar boven