Vragen van het lid
Van der Veen
(PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brancheanalyse gezondheidszorg (ingezonden 18 november
2011).
Antwoord van minister
Schippers
(Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2011).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de brancheanalyse 2011 van PricewaterhouseCoopers (PwC) voor wat betreft de ziekenhuizen?1
Antwoord 1
Ik heb begrepen dat PriceWaterhouseCoopers (PwC) in zijn brancheanalyse de jaarrekeningen over 2010 van ziekenhuizen heeft
geaggregeerd en geanalyseerd. Het algemene beeld dat uit de analyse naar voren komt is inmiddels bekend: in 2010 zijn zowel
de resultaten als de weerstandsvermogens van ziekenhuizen verbeterd. PwC gaat in het bijzonder in op de complexiteit door
de invoering van DOT en prestatiebekostiging, alsook de strengere solvabiliteitsregels voor verzekeraars en de mogelijke consequenties
hiervan voor het al dan niet continueren van de bevoorschotting van ziekenhuizen door verzekeraars.
Over dat laatste punt merk ik op dat in het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord 2012–2015 ten aanzien van sturing en informatievoorziening
afspraken zijn gemaakt over de monitoring van de productieontwikkeling bij zorgaanbieders. In dat kader is ook vastgelegd
dat verzekeraars en aanbieders afspraken zullen maken over de bevoorschotting van onderhanden werk, en dat verzekeraars en
aanbieders zich zullen inspannen om zo snel mogelijk tot afronding van de contractering inclusief afspraken over bevoorschotting
te komen.
Ik ga er van uit dat verzekeraars en aanbieders tijdig gevolg zullen geven aan deze afspraken en daarmee de bevoorschotting
in 2012 in onderling overleg zullen borgen. Inmiddels heeft hierover ook bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Verzekeraars
hebben in dat overleg aangegeven dat afspraken over de bevoorschotting wat hen betreft op lokaal niveau thuishoren. Tegelijkertijd
hebben zij aangegeven er op te vertrouwen dat er tijdig constructieve afspraken zullen worden gemaakt met de zorgaanbieders.
Vraag 2
Deelt u de zorgen dat de risico's toenemen en er in 2012 acute betalingsproblemen kunnen ontstaan als gevolg van een nieuw
declaratiesysteem en het terugtrekken van voorschotten door verzekeraars, mede ingegeven door aangescherpte kapitaaleisen?
Antwoord 2
Ten aanzien van de bevoorschotting is mij bekend dat verzekeraars zich voor 2012 terughoudender opstellen dan voorheen, mede
als gevolg van aangescherpte kapitaaleisen.
DBC-Onderhoud is inmiddels namens alle betrokken partijen aan de slag met het technisch mogelijk maken van een uniforme wijze
van bevoorschotting op basis van onderhanden werk via een zogenaamde liquiditeitsgrouper die uiterlijk medio 2012 gereed zal
zijn.
Zoals eerder aangegeven heb ik er vertrouwen in dat veldpartijen in samenspraak tot een bevredigende oplossing voor de periode
tot medio 2012 zullen komen, waarmee eventuele betalingsproblemen zullen worden voorkomen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat patiënten hier in zorgverlening geen nadelige gevolgen van mogen ondervinden, en u als minister van
VWS daar eindverantwoordelijk voor bent? Hoe gaat u voorkomen dat patiënten nadelige gevolgen ondervinden?
Antwoord 3
Ik heb op dit moment geen enkele aanleiding te veronderstellen dat de zorgverlening nadelige gevolgen zal ondervinden van
de lopende discussie over bevoorschotting tussen verzekeraars en zorgaanbieders.
Vraag 4
Hoe groot is naar schatting de actuele schuld van ziekenhuizen aan verzekeraars?
Antwoord 4
PwC constateert in zijn brancheanalyse op basis van de jaarrekeningen 2010 dat ziekenhuizen cumulatief nog 1,6 miljard euro
aan schuld hebben uitstaan bij verzekeraars met betrekking tot reeds verleende voorschotten op onderhanden werk. VWS heeft
op dit punt geen recentere cijfers beschikbaar.
Vraag 5
Gaat u concrete acties ondernemen, al dan niet via de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), richting zorgverzekeraars of ziekenhuizen,
zoals een landelijke voorschotregeling?
Vraag 6
Wanneer gaat u de Kamer informeren over de inhoud en uitkomst van die acties?
Antwoord 6
Ik ben van mening dat de bevoorschotting eerst en vooral een zaak is tussen verzekeraars en ziekenhuizen onderling.
Wel heb ik, zoals eerder aangegeven, DBC-Onderhoud opdracht gegeven om een zogenaamde liquiditeitsgrouper te bouwen. Daarnaast
heb ik de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het College voor zorgverzekeringen (CVZ) gevraagd om te bezien op welke wijze
bevoorschotting van transitiebedragen vormgegeven zou kunnen worden. Langs die weg zouden instellingen die forse transitiebedragen
verwachten uit hoofde van het transitiemodel dat de invoering van prestatiebekostiging in 2012 en 2013 ondersteunt aanzienlijk
eerder over de bijbehorende financiële middelen kunnen beschikken.
Verder laat ik me vanzelfsprekend op de hoogte houden van de vorderingen die verzekeraars en ziekenhuizen maken bij de onderhandelingen
over de contractering voor 2012 en bijbehorende afspraken over de bevoorschotting.
X Noot
1Brancheanalyse gezondheidszorg 2011.