Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over grensoverschrijdend leerlingenvervoer (ingezonden 15 november 2011).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 6 december 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de zaak van een dove jongen die, voor zijn onderwijs vanuit zijn woonplaats Maastricht 120 kilometer moet afleggen of daartoe in een internaat moet wonen, terwijl gelijksoortig onderwijs op kortere afstand beschikbaar is, zij het in België?1

Antwoord 1

Op dit moment is het onderwijs voor dove leerlingen slechts op een aantal plaatsen mogelijk. Hierdoor kan het voorkomen dat een dove leerling een grote afstand naar school moet afleggen. Voor deze leerlingen is het mogelijk om aanspraak te doen op leerlingenvervoer. Soms is er een mogelijkheid tot plaatsing in een internaat.

De Nederlandse onderwijswetgeving regelt het leerlingenvervoer van leerlingen naar scholen in Nederland. De uitvoering van het leerlingenvervoer is wettelijk gedecentraliseerd naar de gemeente. Daartoe stelt de gemeente een nadere regeling vast. In de regeling kan worden bepaald dat in bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de inhoud van de regeling. Dat geldt ook voor het betalen van de vervoerskosten naar een school in België wanneer de vervoerskosten lager zijn dan naar een school in Nederland. Het is echter aan de gemeente om deze beslissing te nemen.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het zowel sociaal als financieel gezien de meest pragmatische en wenselijke oplossing is om tegemoet te komen aan de door het kind en de ouder geuite wens om leerlingvervoer naar een school in het veel meer nabije Hasselt, zodat de jongen thuis kan blijven wonen, en er een minder grote afstand hoeft te worden afgelegd?

Antwoord 2

De uitvoering van het leerlingenvervoer is gedecentraliseerd naar de gemeente. De gemeente neemt een beslissing om al dan niet tegemoet te komen aan de wens van de ouders. Indien de vervoerskosten naar Hasselt lager zijn dan de vervoerskosten naar Maastricht is het aan de gemeente om de afweging te maken of de vervoerskosten worden vergoed.

Vraag 3

Zijn er meer van dergelijke gevallen bij u bekend?

Antwoord 3

Nee, er zijn niet meer van dergelijke gevallen bij mij bekend.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het in dit soort gevallen mogelijk moet zijn om onderwijs te kunnen volgen op de dichtstbijzijnde locatie, ook als die bijvoorbeeld in Vlaanderen is, vooral in de euregio's?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Bent u bereid in de Wet Leerlingenvervoer in soortgelijke gevallen grensoverschrijdend leerlingenvervoer mogelijk te maken? Wil de regering in overleg treden met gemeenten om vervolgens dit in hun verordeningen aan te passen?

Antwoord 5

Het is niet nodig om de onderwijswetten aan te passen op het terrein van leerlingenvervoer. De huidige wet- en regelgeving biedt nu al aan de gemeente de mogelijkheid om vervoerskosten naar een school buiten Nederland te bekostigen. Het is echter aan de gemeente om de afweging hierover te maken.


X Noot
1

Hart van Nederland, 13 november 2011.

Naar boven