Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minster van Buitenlandse Zaken over de uitspraak van de minister over een militaire interventie in Iran (ingezonden 16 november 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 december 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Hou alle opties voor Iran open»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Om welke reden achtte u het noodzakelijk om tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november jl. u expliciet uit te laten dat naast het aanscherpen van sancties tegen Iran u «andere opties niet zou willen uitsluiten»?

Antwoord 2

Ik acht het noodzakelijk om de druk op Iran maximaal te houden. Daarom acht ik het op dit moment onwenselijk om in discussies over »als dan» scenario’s te treden. Speculeren over andere opties, of deze uitsluiten, is op dit moment niet aan de orde. Zo is dat ook gewisseld tijdens het Algemeen Overleg Iran met uw Kamer op 9 november jl., het Verslag Algemeen Overleg Iran op 10 november jl. en de BZ-begrotingsbehandeling op 23 en 24 november jl.

Vraag 3

Deelt u de mening dat deze uitspraak niet in lijn is met het officiële standpunt van de EU die in een verklaring heeft aangekondigd dat ze haar «toenemende zorg overbrengt over het Iraanse nucleaire programma na het nieuwe rapport van de IAEA en nieuwe beperkende maatregelen voorbereidt»? Indien nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee. Zie verder antwoord op vraag 4

Vraag 4

Waarom heeft u niet getracht een gezamenlijke EU positie te bereiken en heeft u zich aangesloten bij de minderheidspositie van de Britten? Draagt u zo niet actief bij aan de verdere verzwakking van de EU? Indien nee, waarom niet? Welke toegevoegde waarde heeft het wapengekletter volgens u?

Antwoord 4

Nederland deelt samen met de andere EU-partners de toenemende zorgen van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) over de mogelijke militaire dimensie van het Iraanse nucleaire programma. Nederland werkt op dit moment met EU-partners aan aanscherping en verbetering van sancties richting Iran om Iran te dwingen openheid te geven over de aard van het Iraanse nucleaire programma.

Vraag 5

Deelt u de mening van de Franse minister Alain Juppé en de Duitse minister Guido Westerwelle die beiden hebben aangegeven dat een militaire interventie het kwaad zou kunnen verergeren en zelfs contraproductief kan werken? Indien nee, waarom niet?

Antwoord 5

Nee. Zie verder antwoord op vragen 2 en 6

Vraag 6

Deelt u de mening dat uitspraken over mogelijk militair ingrijpen een gevaar vormen voor de stabiliteit en veiligheid in de wijdere regio en voor de internationale veiligheid? Indien nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nee. Ik acht het noodzakelijk om de druk op Iran maximaal te houden.


X Noot
1

Trouw van 15 november 2011.

Naar boven