Vragen van de leden De Mos en Brinkman (beiden PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie en aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Sabotage rails kerntransport» (ingezonden 14 oktober 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 1 december 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 620.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Sabotage rails kerntransport»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Waarom sprak de politie in eerste instantie van een niet noemenswaardig transport, terwijl nu blijkt dat Nederland aan een mogelijke kernramp is ontsnapt?

Antwoord 2

In het door Politie Zeeland over dit incident uitgebrachte persbericht is gesteld dat zich geen noemenswaardige incidenten hebben voorgedaan tijdens het kerntransport van 11 oktober en niet over een «niet noemenswaardig transport». Dit is overigens ook niet zo gesteld in het bedoelde Telegraafartikel.

Vraag 3

Deelt u de mening dat woorden als «Het is ons ontschoten» niet echt een gevoel van veiligheid geeft aan de Nederlandse burger? Zo ja, wat gaat u doen om deze lakse houding te veranderen?

Antwoord 3

De woordkeuze is niet illustratief voor de houding en inzet van de Nederlandse politie.

Het KLPD is op de dag van het incident direct een onderzoek gestart dat heeft geleid tot de aanhouding, op dezelfde dag, van één van vier voortvluchtige mannen op verdenking van het opzettelijk verstoren van het treinverkeer.

Vraag 4

Bent u bekend met het feit dat het niet de eerste keer is dat Greenpeace zich schuldig maakt aan ontoelaatbare acties? Zo ja, wilt u alle banden vanuit de overheid met Greenpeace verbreken?

Antwoord 4

Het is aan de rechter om te oordelen of er sprake is van het overtreden van de wet.


X Noot
1

Telegraaf, 13 oktober 2011.

Naar boven