Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over kinderarbeid en de positie van Dalits in India (ingezonden 31 oktober 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 25 november 2011).

Vraag 1

Kent u de berichten dat de onderhandelingen over het EU-India vrijhandelsverdrag in een vergevorderd stadium zijn en dat deze mogelijk in februari zullen worden afgerond?1

Antwoord 1

Ja. De partijen hopen de onderhandelingen in 2012 af te ronden. Zoals al vermeld in het verslag aan de Tweede Kamer van de RBZ handelspolitiek van 26 september jl. (TK 25 074, nr. 174) hebben beide partijen aangegeven een doorbraak in de onderhandelingen te willen bereiken die kan worden geformaliseerd tijdens de volgende EU-India top voorzien voor februari 2012.

Vraag 2

Is het u bekend dat de Europese Raad in een document van 23 september 20112 spreekt over bindende bepalingen op een reeks terreinen van handel en investeringen met betrekking tot het EU-India vrijhandelsakkoord, terwijl met betrekking tot gerelateerde kwesties betreffende duurzame ontwikkeling alleen wordt gesproken over «samenwerking»?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Op welke wijze bent u bezig de motie Voordewind3 uit te voeren, waarin de regering wordt verzocht «zich in Europees verband sterk te maken voor een robuust duurzaamheidhoofdstuk waar o.a. ingezet wordt op het terugdringen van kinderarbeid, het verbeteren van de positie van Dalits, de beschikbaarheid van medicijnen voor hiv/aids en een geschillenbeslechtingmechanisme, en geen genoegen te nemen met een sterk afgezwakt compromis.»? Welke resultaten hebt u daarbij geboekt en hoe beoordeelt u de kans op succes?

Antwoord 3

Nederland heeft regelmatig binnen de Europese Unie zijn zorgen geuit over de voortgang van de onderhandelingen en verschillende keren bij de Europese Commissie aangedrongen op het opnemen van goede afspraken over duurzaamheid in het akkoord, laatstelijk tijdens de Raad Buitenlandse Zaken over handelspolitiek van 26 september jl. Commissaris De Gucht gaf aan dat het, ondanks de Indiase bezwaren, naar verwachting mogelijk zal blijken een dergelijk hoofdstuk op te nemen. Voor een volledig verslag verwijs ik u naar de betreffende kamerbrief (TK 25 074, nr. 174).

Vraag 4

Kent u het rapport van de International Trade Union Confereration (ITUC) over India waarin duidelijk wordt gemaakt dat de fundamentele arbeidsrechten in India, waaronder in het bijzonder die van Dalits, op grote schaal worden geschonden?4

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Waar zijn de uitspraken van de minister van begin juli op gebaseerd dat hij «volop vertrouwen heeft in de wijze waarop de Indiase regering bezig is dit soort zaken (kinderarbeid, dwangarbeid, non-discriminatie e.d.) aan te pakken», op basis van «wetten die ze nu hebben aangenomen als de uitvoering daarvan»?5 Hoe verhouden deze uitspraken zich met het recente ITUC- rapport en vele andere berichten over schending van fundamentele arbeidsrechten in India? Geven deze berichten de minister aanleiding zijn mening te herzien? Zo ja, hoe gaat hij dat kenbaar maken aan de Indiase regering?

Antwoord 5

De Indiase regering heeft de afgelopen jaren wetgeving ingevoerd om kinderarbeid, dwangarbeid en non-discriminatie tegen te gaan.

Hoewel het rapport van de ITUC kritisch is over de positie van Dalits, zijn er ook studies/analyses die stellen dat de positie van Dalits verbetert, bijvoorbeeld in de deelstaat Uttar Pradesh.

Vraag 6

Heeft de minister tijdens zijn bezoek aan India van begin juli dit jaar ook de kwestie van de discriminatie van Dalits aan de orde gesteld waarover in de motie Voordewind wordt geconstateerd dat «250 miljoen Dalits het slachtoffer zijn van talloze schending van fundamentele mensenrechten en dat deze groep disproportioneel lijdt onder schendingen van arbeidsrechten in productieketens van Nederlandse bedrijven, waaronder in kleding, zaden en natuursteen.»?6

Antwoord 6

Ik heb de kwestie van de Dalits aan de orde gesteld.

Vraag 7

Hoe bent u bezig uitvoering te geven aan de motie Voordewind over de positie van Dalits? Zijn daarvan al resultaten zichtbaar? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?7

Antwoord 7

In de mensenrechtenstrategie van de Nederlandse regering staat dat effectiviteit van het beleid voorop zal staan en dat daarbij selectiever worden opgetreden. Naar aanleiding van uw motie heb ik besloten nog eenmaal een extra financiële bijdrage te geven aan het IDSN (International Dalit Solidarity Network), die zich internationaal inzet voor de positie van Dalits.

Vraag 8

Is de staatssecretaris voornemens tijdens zijn voorgenomen bezoek aan India in november dit jaar ook de kwestie van discriminatie van Dalits aan de orde stellen? Zo ja, wat zal in dat verband zijn inzet zijn met betrekking tot de toezegging aan de Kamer om de uitbuiting van Dalit-meisjes in de Zuid-Indiase kledingindustrie aan de orde te stellen bij de Indiase regering8 Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Tijdens mijn economische bezoek aan India van 7–9 november jl. heb ik het Sumangali systeem, dat vooral ook Dalit-meisjes treft, aan de orde gesteld bij mijn ambtgenoot Staatssecretaris Singh van Corporate Affairs en gemeld dat Nederland bereid is met de Indiase regering samen te werken om dit systeem (verder) uit te bannen. Hij antwoordde dit aanbod graag aan te nemen.


X Noot
1

Zie: http://www.euasianews.com/

X Noot
2

Zie: http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/EN/foraff/124715.pdf

X Noot
3

Kamerstuk, 32 500-V-110

X Noot
4

Zie: http://www.ituc-csi.org/india-workers-rights-require-more.html

X Noot
5

Zie: http://goedemorgennederland.kro.nl/seizoenen/2011–07/afleveringen/06-07-2011/fragmenten/minister_rosenthal_over_mensenrechten_in_india/

X Noot
6

32 735, nr. 8.

X Noot
7

idem.

X Noot
8

Zie: http://www.indianet.nl/pdf/vr110524.pdf

Naar boven