Vragen van de leden
Brinkman
(PVV) en
Hennis-Plasschaert
(VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het intact blijven van het salaris van de korpschefs (ingezonden 31 augustus
2011).
Mededeling van minister
Opstelten
(Veiligheid en Justitie) (ontvangen 23 september 2011).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht over het intact blijven van het salaris van de korpschefs? Klopt dit bericht feitelijk?
Zo nee, wat klopt er niet?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat er in het nieuwe bestel sprake moet zijn van «beloning naar werk» en dat dit dus ook geldt voor hoge
politieambtenaren die, als gevolg van de reorganisatie, iets anders bij de politie gaan doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Kunt u precies aangeven van welke toelagen, beloningen, uitkeringen, vergoedingen en/of andere regelingen de huidige korpschefs
en andere hoge politieambtenaren genieten, dus in aanvulling op de voor hun huidige functie geldende waardering? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 4
Kunnen wij ervan uitgaan dat u, met de inrichting van het nieuwe functiegebouw, niet zal toestaan dat politiefunctionarissen
opnieuw de kans krijgen hun, overeenkomstig de nieuwe functiewaardering, vastgestelde salaris weer op te krikken met allerlei
(oneigenlijke) beloningen, toelagen, uitkeringen, vergoedingen etc.? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat niets zich ertegen verzet om functiegebonden toelagen (en/of anderszins) in te trekken als men in het
nieuwe politiebestel niet meer de functie vervult waaraan die toelage is gerelateerd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u, met het oog op eventuele problemen ten aanzien van bestaande rechtsposities, bereid te onderzoeken of de extra inkomensbestanddelen
in alle opzichten rechtmatig zijn, en zo niet, deze te ontnemen?
Vraag 7
Bent u, met het oog op eventuele problemen ten aanzien van bestaande rechtsposities, bereid alle aan de oude functie verbonden
toelagen, uitkeringen, vergoedingen in te trekken?
Vraag 8
Bent u, met het oog op eventuele problemen ten aanzien van bestaande rechtsposities, bereid het salarisniveau te bevriezen
totdat het niveau is bereikt waarop men op basis van de nieuwe verworven functie aanspraak kan maken en zodoende geen automatische
salarisverhogingen meer toe te kennen?
Vraag 9
Bent u, met het oog op eventuele problemen ten aanzien van bestaande rechtsposities, bereid om van de diegenen die in het
nieuwe bestel niet langer een toppositie bekleden, een reële arbeidsprestatie te vragen voor het daar tegenoverstaande salaris
en zodoende de betreffende politieambtenaren niet met behoud van salaris op een zijspoor te zetten (zoals het geval was bij
de politiereorganisatie in 1994)?
Mededeling
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Marcouch en Kuiken (beiden PvdA), het lid Çörüz (CDA) en de leden
Brinkman (PVV) en Hennis-Plasschaert (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de arbeidsvoorwaarden van de politietop
(ingezonden 31 augustus 2011), deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.
Op dit moment leg ik de laatste hand aan de werkgeversinzet voor het Landelijk Kader arbeidsvoorwaarden voor de Politietop.
Beantwoording zal plaatsvinden zodra deze werkgeversinzet gereed is.
X Noot
1De Telegraaf, pagina 3, 29 augustus 2011.