Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het besluit van de Israelische regering de bouw van illegale nederzettingen in bezette Palestijnse gebieden te versnellen (ingezonden 3 november 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 november 2011).

Vraag 1

Kent u het besluit van de Israëlische premier Netanyahu om de bouw van nederzettingen in delen van de bezette Westelijke Jordaanoever te versnellen?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het bouwen van 1600 woningen in Oost-Jeruzalem en 350 extra huizen in twee illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet alleen in strijd is met het internationaal recht, maar bovendien een ernstige tegenslag is voor de gewenste hervatting van de onderhandelingen tussen Israel en de Palestijnen?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Zo ja, bent u bereid deze zeer betreurenswaardige en contraproductieve Israelische stappen in duidelijke bewoordingen te veroordelen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik heb met bezorgdheid kennis genomen van het besluit van de Israëlische regering om versneld tenders uit te schrijven voor de bouw van nieuwe wooneenheden Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever. Ik heb een verklaring van die strekking afgelegd op 2 november jl., waarin ik Israël heb opgeroepen dit besluit terug te draaien. Het is contraproductief voor het vredesproces in het Midden-Oosten. Datzelfde geldt voor het Palestijnse initiatief tot toetreding tot UNESCO en vergelijkbare Palestijnse eenzijdige stappen.

Vraag 4

Zult u rechtstreeks en samen met uw EU-collega's uw afkeuring van deze stappen rechtstreeks aan de Israelische regering overbrengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Dat is inmiddels gebeurd. Verschillende EU-lidstaten – onder meer het VK en Duitsland – en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU hebben soortgelijke verklaringen afgelegd.

Naar boven