Vragen van de leden Recourt en Spekman (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de Utrechtse serieverkrachter (ingezonden 1 november 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 23 november 2011).

Vraag 1

Kent u de uitzending van RTV-Utrecht over de Utrechtse serieverkrachter?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 5

Is het waar dat het Openbaar Ministerie weigert aan de slag te gaan met de door de rechtspsychologen Jasper van der Kemp en Peter van Koppen aangedragen nieuwe relevante informatie over de mogelijke dader in deze zaak? Zo ja, waarom? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Deelt u de mening dat de stelling van voornoemde deskundigen dat, anders dan de politie tot nu toe heeft aangenomen, de dader in de omgeving van Bilthoven-Zuid woonde met slechts een beperkte inzet van de politie kan worden onderzocht aan de hand van de onderzoeksgegevens in het bestaande dossier klopt? Zo ja, welke gevolgen verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 5

Het Openbaar Ministerie heeft mij het volgende meegedeeld.

Het onderzoek is vanaf het begin gericht geweest op de hele regio Utrecht.

De heer Van Koppen heeft de Utrechtse politie in augustus 2010 benaderd over de door hem uitgevoerde statistische analyse. De veronderstelling dat het Openbaar Ministerie weigert aan de slag te gaan met de aangedragen informatie, is onjuist. De stelling van de heren Van Koppen en Van der Kemp dat de serieverkrachter ten tijde van het plegen van zijn delicten in de omgeving van Bilthoven-Zuid woonde, is in het licht van de onderzoeksgegevens in het dossier nader bekeken door de politie. Hieruit blijkt dat het gebied dat de onderzoekers aanwijzen onderdeel is geweest van het gebied waarbinnen de politie gezocht heeft naar de dader. Alle informatie waarover de politie beschikt met betrekking tot het aanwijzen van potentieel interessante subjecten voor nader politieonderzoek, waaronder bestanden met plegers van zeden- en andere delicten, is destijds gebruikt om ook het gebied in Bilthoven-Zuid te bekijken. Ook zijn destijds alle daarvoor in aanmerking komende tips (zo’n 3500) nagetrokken. Het bedoelde onderzoek is derhalve uitgevoerd.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het onopgelost blijven van de zaak van de Utrechtse serieverkrachter zeer onwenselijk is gezien de enorme impact die deze zaak landelijk en in het bijzonder in en rond Utrecht heeft gehad, waarbij de gevoelens van onveiligheid van velen ernstig zijn toegenomen en de slachtoffers nog steeds geen genoegdoening hebben? Zo ja, welke invloed hebt u en gaat u aanwenden om in deze situatie verbetering te brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik vind het vanzelfsprekend wenselijk dat de dader wordt opgespoord en berecht, zeker ook vanwege de positie van de slachtoffers en andere bewoners van het gebied waar de feiten hebben plaatsgevonden. Het Openbaar Ministerie stuurt de opsporing aan en voor deze zaak bestaat een cold case team. Voor enigerlei bemoeienis mijnerzijds bestaat geen aanleiding.

Vraag 4

Acht u het risico aanwezig dat de Utrechtse serieverkrachter elders in het land of in of rond Utrecht op een andere wijze zijn strafbare handelingen voortzet? Zo ja, hoe groot acht u dit risico? Zo nee, hoe kunt u dit uitsluiten?

Antwoord 4

Aangezien de Utrechtse serieverkrachter nog niet is aangehouden, kan het risico dat hij nieuwe strafbare handelingen pleegt niet worden uitgesloten. Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat er (voor de toekomst) geen precieze inschatting is te geven van de omvang van dit risico. In Nederland zijn tot nu toe geen DNA-hits meer gemeld die wijzen op deze dader.

Vraag 6

Valt deze zaak onder de criteria van de zogenaamde cold-case zaken? Zo ja, kan het onderzoek in dit kader worden verricht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ja. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vragen 2 en 5.

Vraag 7

Geeft de toekomstige verruimde wetgeving ten aanzien van DNA-onderzoeken nieuwe relevante mogelijkheden voor het onderzoek, bijvoorbeeld als het een familie-onderzoek van de DNA-bank betreft?

Antwoord 7

Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat nieuwe wetgeving na inwerkingtreding zal worden bezien op toepassingsmogelijkheden in het onderzoek naar de Utrechtse serieverkrachter.

Vraag 8

Op welke wijze wordt nieuwe informatie in gesloten onderzoeken naar ernstige misdrijven in het algemeen behandeld?

Antwoord 8

Een cold case wordt gemonitord door een cold case team en elke tip of nieuwe informatie wordt onderzocht door daartoe aangewezen rechercheurs.


X Noot
1

28 en 30 oktober 2011.

Naar boven