Vragen van het lid Van der Werf (CDA) aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Atoomrel Greenpeace» (ingezonden 14 oktober 2011) .

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 21 november 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Atoomrel Greenpeace»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het belachelijk is dat medewerkers van Greenpeace mens, dier en milieu (waarvoor zij zeggen zo op te komen) in ernstig gevaar hebben gebracht door een kuil te graven onder de rails waar later een nietsvermoedend kerntransport op zou moeten plaatsvinden?

Antwoord 2

Dit kabinet kiest voor kernenergie omdat het een belangrijke bijdrage kan leveren aan een energiemix die niet afhankelijk is van één energiebron en tegelijkertijd ook schoon en betaalbaar is. Bij de keuze voor kernenergie heeft dit kabinet direct gekozen voor maximale veiligheid. Dit kabinet staat voor veiligheid en zorgvuldigheid in haar kernenergiebeleid. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de volle bereidheid om alle lessen uit Japan mee te nemen voor bestaande kerninstallaties en een eventuele nieuwe kerncentrale.

Een keuze voor kernenergie betekent ook een keuze voor een veilig transport van bestraalde splijtstoffen. Ook hier gaat veiligheid voor mens en milieu boven alles. Het ondergraven van spoorrails is geen passende actie van een verantwoord handelende milieuorganisatie.

Het specifieke oordeel laat ik in dit geval aan de rechter. Ik deel het oordeel van het Openbaar Ministerie die in hun persbericht van 13 oktober 2011 concludeert dat het onverantwoordelijk is om treinrails te ondergraven.

Indien het Openbaar Ministerie tot vervolging overgaat dan zal de rechter oordelen of er sprake is van het overtreden van de wet en dan kan de veroordeelde partij mogelijk ook veroordeeld worden in de kosten.

Tegelijkertijd wil ik aantekenen dat de veiligheid van de gebruikte transportcontainers optimaal is. De containers voldoen aan de strengste (inter)nationale wet- en regelgeving omschreven in deKernenergiewet en in het bijzonder het Besluit Vervoer van Splijtstoffen, Ertsen en Radioactieve Stoffen. De transportcontainers zijn bestand tegen de zwaarste (trein)ongevallen en blijven onder die omstandigheid intact.

Vraag 3

Bent u van mening dat dit niks meer te maken heeft met actie voeren maar regelrecht te maken heeft met crimineel gedrag waarbij een ramp de ultieme consequentie had kunnen zijn van deze actie?

Antwoord 3

Zie het antwoord op vraag 2. Ik wil nogmaals benadrukken dat de veiligheid van de transportcontainers optimaal is. De containers voldoen aan de strengste (inter)nationale wet- en regelgeving. De transportcontainers zijn bestand tegen de zwaarste (trein)ongevallen en blijven onder die omstandigheid intact.

Vraag 4

Bent u van mening dat bij dit soort acties niet gesproken moet worden van «kernafvalactivisten» maar van criminelen die moedwillig de consequenties van hun onverantwoordelijke gedrag niet onder ogen willen zien?

Antwoord 4

Het uiteindelijke juridisch oordeel over deze actie is voorbehouden aan de rechterlijke macht. Zie ook het antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Bent u daarom ook van mening dat de personen die betrokken zijn geweest bij deze actie zo snel mogelijk moeten worden opgespoord en opgepakt en daarnaast verantwoordelijk moeten worden gehouden voor alle ontstane kosten en overlast?

Antwoord 5

Het Openbaar Ministerie heeft in het NOS-journaal van 13 oktober 2011 al aangegeven dat desbetreffende actievoerders te willen opsporen en te vervolgen. Hierbij zal worden nagegaan of er personen verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor deze actie. De rechtbank zal zich vervolgens buigen over de vraag of deze personen ook schuldig zijn aan strafbare feiten. Ook het vergoeden van mogelijke schade kan dan aan de orde komen.

Vraag 6 en 7

Weet u of Greenpeace op de hoogte was van de acties van haar medewerkers?

Bent u van mening dat wanneer Greenpeace op de hoogte was, ook Greenpeace verantwoordelijk moet deze actie worden gehouden voor deze actie en de daarbij behorende ontstane kosten en overlast die het heeft veroorzaakt?

Antwoord 6 en 7

Ik concludeer dat Greenpeace op de hoogte was, gelet op het feit dat men op vrijdag 14 oktober 2011 in een persconferentie zich nadrukkelijk achter deze actie heeft geschaard2. Zie tevens het antwoord op vraag 5.

Vraag 8

Bent u van mening dat wanneer Greenpeace niet de op de hoogte was van deze actie van haar medewerkers, Greenpeace zich direct dient te distantiëren van deze gevaarlijke actie en ze de medewerkers in kwestie direct zou moeten ontslaan?

Antwoord 8

Het is aan Greenpeace zelf om zich wel of niet te distantiëren van acties. Ik constateer dat Greenpeace dit in eerste reacties nadrukkelijk niet heeft gedaan en zich duidelijk achter de actie heeft geschaard.

Vraag 9

Bent u van plan maatregelen te nemen naar aanleiding van deze verschrikkelijk gevaarlijke gebeurtenis? Zo ja, welke?

Antwoord 9

De beveiligingsplannen rondom deze transporten van radioactief materiaal worden natuurlijk na elke (trein)reis geëvalueerd. Dit incident zal vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van de aanstaande evaluatie.

Vraag 10

Bent u voorbereid op rampen die als gevolg van dergelijke acties kunnen voorkomen? Zo ja, hoe?

Antwoord 10

Zie het antwoord op vraag 2.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft deze antwoorden niet mede-ondertekend omdat desbetreffende verantwoordelijkheden zijn overgeheveld naar het ministerie van Veiligheid en Justitie.


X Noot
1

De Telegraaf, «Atoomrel Greenpeace», 13 oktober 2011.

X Noot
2

Nieuwsbericht Greenpeace, 14 oktober 2011

Naar boven