Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het arrest van de Hoge Raad over «ontruiming kraakpand pas na kort geding» (ingezonden 1 november 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 november 2011).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het arrest van de Hoge Raad van 28 oktober 2011 waaruit blijkt dat strafrechtelijke ontruiming van een kraakpand pas mogelijk is na een kort geding?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de gevolgen van dit arrest zijn voor de twee jaar geleden aangenomen Wet kraken en leegstand?2

Antwoord 2

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 28 oktober 2011 (LJN: BQ9880) geoordeeld dat een strafrechtelijke ontruiming van een kraakpand in beginsel van tevoren bij de krakers moet worden aangekondigd. Indien de krakers een kort geding aanspannen, dient de uitspraak van de rechter in beginsel te worden afgewacht, voordat wordt ontruimd. Het ontruimingsbeleid dat het Openbaar Ministerie op basis van de Wet kraken en leegstand voert, voldoet aan deze eisen. Een belangrijk winstpunt is dat de Hoge Raad dit beleid expliciet heeft goedgekeurd. Dat betekent dat het Openbaar Ministerie kan doorgaan met het prioritair handhaven van het kraakverbod. Zo moet de kraker binnen acht dagen een kort geding tegen de voorgenomen ontruiming hebben aangespannen. Alleen de uitspraak van de rechter in kort geding in eerste aanleg hoeft te worden afgewacht (dus niet een eventueel hoger beroep). Ook hoeft met een ontruiming niet te worden gewacht totdat de kraker voor het misdrijf kraken strafrechtelijk is veroordeeld.

Verder bevestigt de Hoge Raad, in lijn met de Wet kraken en leegstand, dat bescherming van het eigendomsrecht het uitgangspunt is. De eigenaar heeft het recht om over zijn pand te beschikken zoals hij wil. Een kraker die een kort geding aanspant, moet aantonen waarom – bijvoorbeeld tijdelijk – een uitzondering op dat uitgangspunt moet worden gemaakt. De praktijk van het afgelopen jaar wijst uit dat de rechter in vrijwel alle gevallen de strafrechtelijke ontruiming ook toestaat.

Ten slotte is van belang dat de Hoge Raad bevestigt dat er onder omstandigheden – zoals in de beleidsregels van het Openbaar Ministerie omschreven – meteen kan worden ontruimd, zonder dat de ontruiming hoeft te worden aangekondigd en zonder dat een kort geding hoeft te worden afgewacht,bijvoorbeeld wanneer de openbare orde in het geding is.

Ik meen om al deze redenen dat het kraakverbod adequaat kan worden gehandhaafd.

Vraag 3

Bent u van mening dat de uitgangspunten van de Wet kraken en leegstand met dit arrest in stand blijven? Zo nee, wat zou er moeten worden gewijzigd zodat de uitgangspunten van de wet wel in stand kunnen worden gehouden?

Antwoord 3

Ja, zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Bent u ook van mening dat het principiële standpunt is dat kraken eigenrichting is en een inbreuk is op het eigendomsrecht van eigenaren van panden, omdat ze niet meer vrijelijk over hun eigendom kunnen beschikken?

Antwoord 4

Ja.


X Noot
1

www.rechtspraak.nl (LJN: BQ9880, Hoge Raad, 10/05147).

Naar boven