Vragen van de leden Gesthuizen en Kooiman (beiden SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de ontwikkelingen rond het bijstaan van slachtoffers in een strafproces (ingezonden 9 september 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 14 november 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 165.

Vraag 1

Klopt het dat sinds enige tijd de regels voor het al dan niet verstrekken van een toevoeging aan benadeelde partijen in een strafproces zijn veranderd dan wel dat deze regels sinds kort strenger gehandhaafd worden en dat dit de facto een verslechtering voor de positie van het slachtoffer betekend?1 Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 1

De regels voor het verstrekken van toevoegingen aan een benadeelde partij in het strafproces zijn niet veranderd. Het beleid omtrent het verstrekken van de toevoeging is voor alle regiokantoren geharmoniseerd.

De Raad voor Rechtsbijstand hanteert de werkwijze dat geen toevoeging wordt verstrekt als sprake is van lichamelijk letsel dat door het Schadefonds Geweldsmisdrijven in categorie 1 van de letsellijst2 is ingedeeld. In beginsel kan Slachtofferhulp Nederland namelijk een slachtoffer met zogenaamd «licht» letsel bijstaan. Slachtofferhulp Nederland heeft ook de primaire rol in deze zaken, zoals ook blijkt uit de wetsgeschiedenis bij de totstandkoming van artikel 44 lid 5 (thans lid 4) van de Wet op de rechtsbijstand, en ook bij de wijziging van het Wetboek van strafvordering, het Wetboek van strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces.

De Raad voor Rechtsbijstand maakt een uitzondering op deze regel als het om een complexe vordering/schade gaat of als Slachtofferhulp Nederland geen hulp kan verlenen. Dat laatste speelt bijvoorbeeld wanneer iemand categorie 1 letsel heeft opgelopen, maar waarbij bovendien sprake is van juridische complicaties. Hierbij is de toelichting van de advocaat van groot belang.

Vraag 2

Acht u het redelijk dat iemand die mishandeld is en daardoor een gebroken neus, een hersenschudding heeft opgelopen of een of meerdere tanden heeft verloren geen recht (meer) heeft op bijstand van zijn of haar advocaat? Is het wenselijk dat de Raad voor Rechtsbijstand moet beoordelen of psychische schade voldoende is voor toevoeging? Zijn de medewerkers van de Raad voor Rechtsbijstand daar voldoende voor toegerust? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Slachtofferhulp Nederland is in staat om slachtoffers van misdrijven informatie te verschaffen over de strafrechtelijke procedure en uitleg te geven over de rechten van slachtoffers. Slachtofferhulp Nederland kan slachtoffers ook ondersteunen bij de voeging in het strafproces, het opstellen van een schriftelijke slachtofferverklaring en het uitoefenen van het spreekrecht. Het is daarom op zich niet nodig voor slachtoffers om in een dergelijke situatie over een advocaat te beschikken.

Dit is anders wanneer juridische complicaties spelen. De rechtsbijstandverlener dient de aanvraag van een toevoeging goed te motiveren. Bij de beoordeling maakt de Raad gebruik van de eerdergenoemde letsellijst die het Schadefonds Geweldsmisdrijven hanteert. Dit is een objectieve toetsing. De Raad toetst de vraag of sprake is van psychische schade op basis van de motivering van de advocaat.

Vraag 3

Is dit de verbetering van de positie van het slachtoffer waarover u hoog opgeeft sinds het opstellen van het regeerakkoord?3

Antwoord 3

Zoals hierboven bij het antwoord op vraag 1 al is aangegeven, is het beleid voor het verstrekken van toevoegingen aan een benadeelde partij in het strafproces niet veranderd. Evenwel is met de invoering van de Wet versterking positie slachtoffers per 1 januari 2011 veel verbeterd voor de positie van het slachtoffer. Zo zijn onder andere de voorschotregeling en een betere informatieverstrekking ingevoerd. Daarboven zullen binnenkort twee wetsvoorstellen naar de Kamer gestuurd worden, namelijk de uitbreiding van het spreekrecht en de invoering van conservatoir beslag ten behoeve van slachtoffers. Wat betreft de rechtsbijstand in het strafproces komen directe nabestaanden ook in aanmerking voor gratis rechtsbijstand. Tevens is in de wijziging op de Wet schadefonds geweldsmisdrijven, die per 1 januari 2012 ingaat, opgenomen dat een bredere kring van nabestaanden in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming in de immateriële- en materiële schade.

Vraag 4

Bent u het eens met de advocaat die in haar email4 schrijft dat slachtoffers met deze nieuwe regels worden benadeeld? Deelt u de mening dat zodoende hun positie dus niet wordt versterkt maar verzwakt? Deelt u de mening dat dit voor slachtoffer een inbreuk betekent op hun rechten en bovendien een mogelijk groot financieel nadeel voor hen kan vormen?

Antwoord 4

Zoals ik bij de beantwoording van vraag 1 al heb aangegeven is er geen sprake van nieuwe regels voor het verstrekken van toevoegingen aan een benadeelde partij in een strafproces.

Vraag 5

Erkent u dat het voor bijvoorbeeld slachtoffers van huiselijk geweld van het allergrootste belang is dat zij bijgestaan worden door een partij die alle juridische aspecten van de zaak kent en de mogelijkheid heeft om van het begin van de zaak bij alle aspecten daarvan betrokken te zijn om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat het slachtoffer niet te laat is voor een vergoeding van het schadefonds geweldsmisdrijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat deze juridische bijstand voor slachtoffers verzekerd is?

Antwoord 5

Ik erken dat het voor alle slachtoffers (ongeacht van welk misdrijf) van belang is dat zij, indien gewenst, worden bijgestaan door een partij die de juridische aspecten van een zaak kent. Dit kan Slachtofferhulp Nederland zijn of een advocaat, afhankelijk van de aard en ernst van het misdrijf. De politie verwijst slachtoffers automatisch naar Slachtofferhulp Nederland. Indien de zaak te complex is, zal Slachtofferhulp Nederland het slachtoffer doorverwijzen naar een advocaat.

Wat betreft de indiening van een aanvraag bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven: slachtoffers en nabestaanden kunnen tot 3 jaar na het gepleegde geweldsmisdrijf een aanvraag indienen. Indien het geweldsmisdrijf daarvoor heeft plaatsgevonden en het slachtoffer/de nabestaanden heeft een verschoonbare reden waarom de aanvraag «te laat» is ingediend, wordt de aanvraag alsnog in behandeling genomen.


X Noot
1

http://kenniswijzer.rvr.org/werkinstructies-toevoegen/strafzakennietverdachten/z110-vordering-benadeelde-partij-in-strafproces.html

X Noot
2

Zie voor de letsellijst: www.schadefonds.nl/lichamelijkletsel/

X Noot
3

Pagina 41 van het VVD–CDA Regeerakkoord «Vrijheid en Verantwoordelijkheid», tweede alinea:

Daders worden harder aangepakt, slachtoffers krijgen een sterkere positie.

De ondersteuning van slachtoffers wordt verbeterd.

X Noot
4

Mail is onderhands verstrekt.

Naar boven