Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 655 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 655 |
Deelt u de mening van de branchevereniging van uitzendorganisaties (ABU) dat het plan om de regeling Wet Vermindering Afdracht Onderwijs aan te passen en uitzendbureaus niet meer in aanmerking te laten komen voor belastingvoordeel,12 000 leerwerkbanen op de tocht zal zetten in de uitzendbranche?1 Zo nee, waarom niet?
Nee.
De afdrachtvermindering onderwijs binnen de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten die erkende leerbedrijven maken bij het verzorgen van de beroepspraktijkvorming (bpv) als onderdeel van een mbo-opleiding. Een leerling-werknemer is verminderd inzetbaar in het leerbedrijf en wordt vakinhoudelijk begeleid door een praktijkopleider van het leerbedrijf.
Uit de praktijk zijn signalen gekomen dat bij inschakeling van een intermediaire werkgever, de tegemoetkoming niet altijd ter dekking van deze kosten wordt aangewend en de afdrachtvermindering dus niet terechtkomt bij het leerbedrijf terwijl dit wel de bedoeling is. In sommige gevallen komt dit doordat het leerbedrijf er niet mee bekend is dat deze tegemoetkoming bestaat.
Ter bevordering van de bereidheid van erkende leerbedrijven om bpv-plaatsen aan te (blijven) bieden, is er derhalve voor gekozen de wet op dit onderdeel te verduidelijken. De verduidelijking houdt in dat de afdrachtvermindering bij inschakeling van een intermediaire werkgever deels of volledig moet toekomen aan het erkende leerbedrijf, afhankelijk van de onderling overeengekomen taakverdeling (zie ook mijn antwoord op vraag 3). Dit om te borgen dat de tegemoetkoming daadwerkelijk wordt ingezet ter dekking van de kosten van de bpv die door het erkende leerbedrijf worden gemaakt. De verwachting is dat het aanbod aan bpv-plaatsen door deze maatregel juist positief wordt beïnvloed.
Hoe rijmt u deze ingreep met de grote scholingsrol die de uitzendbranche vervult en het overheidsbeleid dat juist de uitzendsector een grotere rol wil geven in de bemiddeling en kwalificatie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt?
Zoals ik aangaf in mijn antwoord op vraag 1, verzorgt het erkende leerbedrijf – en dus niet de uitzendwerkgever – de beroepspraktijkvorming als onderdeel van de beroepsopleiding.
Wel leveren uitzendwerkgevers in voorkomende gevallen een belangrijke bijdrage aan het bemiddelen en begeleiden van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, waarbij steeds vaker scholing wordt ingezet. Ik ben blij met deze inspanning van uitzendwerkgevers, maar dit dient wel los te worden gezien van het feitelijk opleiden van mbo-studenten als onderdeel van de beroepsopleiding. Het opleiden van mbo-studenten in het kader van een mbo-opleiding geschiedt door de mbo-instelling, wat betreft de schoolse component, en door het erkende leerbedrijf, wat betreft de praktijkcomponent.
Laat het u onverschillig dat uitzendondernemingen vaak jongeren zonder startkwalificatie opleiden voor beroepen in sectoren waar op termijn een groot tekort aan vakmensen ontstaat, zoals de techniek, zorg, logistiek en administratie? Zo neen, wat gaat u dan ondernemen om het probleem dat hiermee voor de arbeidsmarkt wordt gecreëerd, verhelpen?
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb aangegeven, ben ik blij dat uitzendwerkgevers bereid zijn kwetsbare jongeren, vaak met inzet van scholing, te bemiddelen en te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Ingeval uitzendwerkgevers deze jongeren bovendien bemiddelen naar sectoren waarin een tekort aan vakmensen is dan wel dreigt, strekt dit tot voordeel van de individuele jongere en het sectorale bedrijfsleven dat met deze (dreigende) tekorten te maken heeft.
De staatsecretaris van Financiën heeft mede daarom in overleg met mij onlangs besloten de voorwaarden rondom de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs bij inschakeling van een intermediaire werkgever (zoals de uitzendwerkgever) te versoepelen.
De belangrijkste reden hiervoor is dat een intermediaire werkgever weliswaar niet de bpv verzorgt, maar wel overige begeleiding – zoals loopbaanbegeleiding – biedt aan de mbo-student. Ook blijkt een intermediaire werkgever het leerbedrijf substantieel te ontlasten door (administratieve) handelingen te verrichten die normaliter een leerbedrijf (tevens zijnde werkgever) zelf verricht. Bij de uitwerking van de maatregel in de ministeriële regeling zal het daarom aan partijen (leerbedrijf en de intermediaire werkgever) worden overgelaten om te komen tot een verdeling van de afdrachtvermindering onderwijs. Dit zal intermediaire werkgevers in staat stellen voornoemde taken op zich te blijven nemen. Partijen zullen contractueel wel tot uitdrukking moeten laten komen dat ze bij deze verdeling acht hebben geslagen op de onderlinge taakverdeling in relatie tot het doel van de afdrachtvermindering. Dit zal ervoor zorgen dat voortaan ook bij de inschakeling van een intermediaire werkgever sprake is van een transparante aanwending van de afdrachtvermindering conform het doel waarvoor de afdrachtvermindering is bestemd.
Persbericht ABU «Ruim 12 000 leerwerkbanen op de tocht in de uitzendbranche»
http://www.nu.nl/economie/2652012/ruim-12000-leerwerkbanen-tocht.html
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-655.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.