Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het artikel «Spelfout van Pakistaans meisje is «godslastering» (ingezonden 3 oktober 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 14 november 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Spelfout van Pakistaans meisje is «godslastering»»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bereid om uw afschuw richting the Pakistaanse ambassadeur uit te spreken over de behandeling van de 10-jarige Faryal Bhatti en haar familie? Bent u tevens bereid om, bij herhaling, uw ernstige zorgen uit te spreken over de behandeling van christenen en andere religieuze minderheden in de Islamitische Republiek Pakistan en aandacht te vragen voor de ter dood veroordeelde christen Asia Bibi?

Antwoord 2

Nederland vraagt, zowel bi- als multilateraal, bij de Pakistaanse autoriteiten aandacht voor de positie van religieuze minderheden, en specifiek voor deze beide personen.

Vraag 3

Bent u bekend met de «United States Commission on International Religious Freedom Annual Report 2011»? Deelt u de bevindingen van dit rapport, namelijk dat de Pakistaanse blasfemie wetten zeer repressief zijn, een atmosfeer voeden van gewelddadig extremisme, de Pakistaanse overheid faalt in het beschermen van religieuze groeperingen, niet structureel daders van religieus geweld vervolgt of maatregelen neemt tegen hen die oproepen tot geweld? Zo nee, waarom niet? Deelt u de conclusie van het rapport dat de situatie rondom de godsdienstvrijheid de laatste tijd zeer en structureel verslechterd is? Zo nee, waarom niet? Deelt u voorts de conclusie dat de Pakistaanse overheid nalaat religieuze minderheden, waaronder christenen, adequaat te beschermen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ja. Ik deel de zorgen over de effecten van de blasfemiewetgeving. De Pakistaanse autoriteiten staan onder grote druk van invloedrijke religieuze groeperingen om de blasfemiewetgeving in stand te houden. In het huidig maatschappelijk klimaat kan de blasfemiewetgeving beperking van de vrije geloofsbelijdenis van religieuze minderheden tot gevolg hebben.

Vraag 4

Bent u bereid, conform de aanbevelingen van het bovengenoemde rapport, in bilateraal, EU- en VN-verband te pleiten voor intrekking van de Pakistaanse blasfemie en Ahmadi-wetten, voor actieve vervolging van daders van geweld jegens Soeffi’s, Sjiieten, Ahmadi’s, christenen en anderen? Zo niet, waarom niet?

Antwoord 4

Nederland stelt de kwestie rond de blasfemiewetten in Pakistan geregeld in bilaterale en multilaterale contacten aan de orde.


X Noot
1

Nederlands Dagblad, 29 september 2011.

Naar boven