Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het feit dat mensen geen aangifte kunnen doen van oplichting (ingezonden 15 september 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 2 november 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 170.

Vraag 1

Waarom kunnen gedupeerden van oplichter G. W. geen aangifte doen?1

Antwoord 1

De reden waarom aanvankelijk besloten is om geen aangifte op te nemen is dat de politie meende dat er sprake was van een civielrechtelijke aangelegenheid, en geen strafrechtelijke. Aangever is het advies gegeven een civiele procedure te starten. Met betrekking tot de inhoudelijke afweging die gemaakt is bij deze aangifte kan achteraf gesteld worden dat de casus ten onrechte als een incident is beschouwd, als gevolg waarvan de zaak meer als een civiele aangelegenheid is beschouwd. Het opnemen van de aangifte was meer op zijn plaats geweest. De korpsbeheerder van de politieregio Gelderland-Zuid heeft verzocht de aangever uit te nodigen om verontschuldigingen aan te bieden en hem alsnog in de gelegenheid te stellen aangifte te doen.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat de politie extra alert moet zijn als dergelijke oplichters, die eerder zijn veroordeeld, opnieuw de fout ingaan?

Antwoord 2

Ja. Een zorgvuldige opname en afhandeling van de aangifte en een goede terugkoppeling in de richting van de aangever zijn essentieel.

Vraag 3

Deelt u de opvatting dat iedereen aangifte moet kunnen doen als sprake is van valsheid in geschrifte en het aannemen van een valse naam?

Antwoord 3

Ja. In artikel 161 Wetboek van Strafvordering is bepaald dat een ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit, bevoegd is daarvan aangifte te doen.

Aangezien zowel het aannemen van een valse naam met het oogmerk om een ander wederrechtelijk te bevoordelen als valsheid in geschrift strafbaar zijn gesteld (in respectievelijk artikel 326 en 225 Wetboek van Strafrecht), moet een ieder van deze feiten aangifte kunnen doen.

Vraag 4

Hebben politie en Justitie voldoende middelen om dit soort zaken van oplichting te onderzoeken?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Hebben politie en Justitie voldoende wettelijke mogelijkheden om dit soort zaken van oplichting aan te pakken?

Antwoord 5

Aan de strafbare feiten oplichting en valsheid in geschrift liggen in de opsporingspraktijk veel verschillende zaken ten grondslag, variërend van relatief kleine oplichtingzaken (van enkele personen voor betrekkelijk kleine bedragen) tot grote fraudezaken waarbij de toegebrachte schade aan personen, bedrijven of de overheid aanzienlijk is. Het Openbaar Ministerie beschikt over voldoende opsporingsbevoegdheden om zaken waarin sprake is van verdenking van de hierboven omschreven strafbare feiten te onderzoeken.


X Noot
1

TROS Opgelicht?!, Nederland 1, 9 september 2011.

Naar boven