Vragen van het lid
Van Klaveren
(PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Veiligheid
en Justitie over de onophoudelijke straatterreur tegen homostellen (ingezonden 5 oktober 2011).
Antwoord van minister
Donner
(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de ministers van Veiligheid en Justitie en van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschappen (ontvangen 28 oktober 2011).
Vraag 1
Kent u het artikel «Opnieuw homostel verhuisd na pesterijen»?1
Vraag 2
Deelt u de visie dat de bestrijding van straatterreur topprioriteit zou moeten zijn van de politie? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
Het kabinet zet in op het terugdringen van grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in bendes, ongeacht
afkomst. De aanpak van problematische jeugdgroepen is een prioriteit uit het regeerakkoord en één van de landelijke prioriteiten
van de politie en het Openbaar Ministerie. De aanpak van overlast op straat is overigens in eerste instantie een lokale aangelegenheid
waarbij de gemeente de regie heeft. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft met de VNG in het Strategisch Beraad Veiligheid
afgesproken dat de aanpak van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit een gezamenlijke prioriteit is, die met inbreng van gemeenten
en Rijk resulteert in een gerichte aanpak van specifieke overlastgevende en/of criminele groepen.
Vraag 3
In hoeverre bent u van mening dat niet de homostellen na aanhoudende terreur de wijk uit moeten vluchten maar dat de betreffende
daders, en bij minderjarigheid ook het hele gezin, de wijk uit moeten worden gezet?
Antwoord 3
Het kabinet vindt het onacceptabel dat mensen worden weggepest en zich genoodzaakt voelen te verhuizen. Alle inspanningen
moeten erop gericht zijn om de daders van dergelijke pesterijen stevig aan te pakken. Er zijn verschillende maatregelen beschikbaar,
variërend van bestuurlijke maatregelen op het terrein van de handhaving openbare orde en veiligheid tot justitiële maatregelen
en maatregelen op het zorgterrein.
Met betrekking tot het uit de wijk zetten van daders is het voor een woningcorporatie mogelijk om via de rechter het huurcontract
te ontbinden als een huurder (of een lid van het gezin van een huurder) voor ernstige overlast zorgt. Dit is echter geen gemakkelijke
weg. Gemeenten kunnen hierin een regierol vervullen, en met de overlastgevers en de corporaties tot afspraken komen. Als huurders
zich niet aan deze afspraken houden kan uiteindelijk tot uitzetting worden overgegaan.
Vraag 4
Deelt u de mening dat u de mogelijkheid moet hebben een falende burgemeester, als eindverantwoordelijke voor de gemeentelijke
veiligheid, ter verantwoording te roepen en hem desnoods moet kunnen ontslaan? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
De burgemeester is als gemeentelijk bestuursorgaan over al zijn functioneren aan de raad verantwoording verschuldigd. Het
is dan ook aan de raad om hem ter verantwoording te roepen. In het verlengde daarvan is het in ons bestuurlijk bestel primair
aan de raad om het functioneren van de burgemeester eventueel te sanctioneren. De regering dient zich daarin terughoudend
op te stellen.
Vraag 5
Welke concrete maatregelen bent u van plan te nemen om het structurele probleem van de straatterreur tegen homo's zo spoedig
mogelijk op te lossen?
Antwoord 5
Wanneer mensen (mede) vanwege hun seksuele oriëntatie worden lastiggevallen, dan maken de overlastgevers zich mogelijk schuldig
aan strafbare discriminatoire gedragingen. Het is van belang dat mensen discriminatie melden bij de lokale antidiscriminatievoorzieningen
die hen kunnen helpen met hun klacht. In lijn met hetgeen wij hebben aangekondigd in de discriminatiebrief (Kamerstukken II,
vergaderjaar 2010–2011, 30 950, nr. 34, is het van belang hiervoor belangenorganisaties, scholen en andere maatschappelijke instanties beter in positie te brengen
om dit vroegtijdig te onderkennen.
Anoniem een melding maken kan ook via Stichting M. (Meld Misdaad Anoniem). Als er sprake is van strafbare discriminatoire
gedragingen, dan wordt een zaak gevolgd in het Regionaal Discriminatieoverleg tussen Openbaar Ministerie, de politie en antidiscriminatievoorzieningen.
Als bij een vervolging aangetoond kan worden dat een discriminatoir aspect een rol heeft gespeeld bij het plegen van het feit,
eist het OM een strafverhoging van 50%. Bij ingrijpende feiten wordt een strafverhoging van 100% geëist. Van ingrijpende feiten
is onder meer sprake als de lichamelijke integriteit in aanzienlijke mate is aangetast, of als er sprake is van een evidente
inbreuk op de persoonlijke integriteit (bijvoorbeeld door discriminatie).
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verder op 6 juni en 5 oktober jl. een verklaring getekend met 40 grote
gemeenten. Deze gemeenten zullen uiterlijk 1 februari 2012 lokale plannen indienen voor de periode 2012–2014, die maatregelen
bevatten ter verbetering van de veiligheid en acceptatie van lesbiënnes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders.
X Noot
1Elsevier, 30 september 2011.