Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het feit dat Brandon vanaf zijn vertrek uit ’s Heerenloo niet meer vast hoeft te zitten (ingezonden 29 september 2011).

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 oktober 2011).

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat het erg goed gaat met Brandon? Weet u dat hij vanaf het moment dat hij in zijn nieuwe instelling woont, niet meer gesepareerd hoeft te worden en er geen vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast?

Antwoord 1

Ja. Op 10 augustus jl. heeft mijn Inspectie voor de Gezondheidszorg een toezichtbezoek gebracht aan Brandon en mij over haar bevindingen geïnformeerd. Ik ben verheugd te vernemen dat het goed met hem gaat. Hij wordt niet gesepareerd. Dat er helemaal geen vrijheidsbeperkende maatregelen worden toegepast, kan ik niet onderschrijven. Iedere beperking van de bewegingsvrijheid, ook het tijdelijk vasthouden of in bedwang houden van een cliënt die een woede-uitbarsting heeft, is een vorm van onvrijwillige zorg. De instelling waar hij nu verblijft kiest voor een vorm van onvrijwillige zorg, waarbij de zorg en begeleiding altijd gericht is op herstel van het normale dagritme.

Vraag 2

Bent u van mening dat een goed werkende, niet vrijheidsbeperkende aanpak navolging verdient door instellingen die wel de vrijheid van hun bewoners beperken?

Antwoord 2

Ja, daarom ga ik ook duidelijke normen stellen. In het wetsvoorstel Zorg en dwang, dat ter benandeling in uw Kamer ligt, is het uitgangspunt dat zorg op basis van vrijwilligheid, met instemming van de cliënt, wordt verleend. In het wetsvoorstel is bovendien opgenomen dat een vrijheidsbeperkende maatregel niet is toegestaan als een minder ingrijpend alternatief mogelijk is. Daarmee wordt bijvoorbeeld fixatie middels een Zweedse band zo goed als uitgebannen, want daarvoor zijn vaak goede alternatieven. Het verspreiden van goede voorbeelden heeft plaatsgevonden via het programma Zorg voor Beter. Daaraan hebben de afgelopen jaren veel instellingen deelgenomen.

Vraag 3

Bent u bereid hier de nodige inspanning voor te verrichten? Hoe gaat u dat doen?

Antwoord 3

Naast de onder 2. beschreven maatregelen, heb ik voor complexe zorgsituaties op 17 maart 2011 de Denktank Complexe Zorg geïnstalleerd. Voor mensen die in vergelijkbare omstandigheden verkeren als Brandon, is de denktank op zoek naar de beste oplossingen die in Nederland en internationaal beschikbaar zijn. Voorts licht de denktank alle fasen van het zorgverleningsproces kritisch door op kwetsbare punten. Bij de gevonden kwetsbare punten zal de denktank voorstellen doen over hoe deze te vermijden zijn.

Vraag 4

Herinnert u zich dat het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) u in mei jl. aanraadde, om instellingen die vrijheidsbeperkende maatregelen bij een bewoner toepassen, te verplichten deskundig advies in te winnen? Wat hebt u met dit advies gedaan?

Antwoord 4

Ja, ik heb van het CCE een brief met die strekking ontvangen en deze ter hand gesteld aan de voorzitter van de Denktank. Immers, de Denktank heeft als opdracht met concrete verbetervoorstellen te komen. De CCE is vertegenwoordigd in deze tanktank. Ik hecht bij het opstellen van concrete verbetervoorstellen sterk aan integraliteit.

Vraag 5, 6 en 7

Wanneer is de door u sinds februari/maart jl. ingestelde denktank gereed met zijn rapport?

Kunt u de resultaten die de werkgroep tot nu toe heeft geboekt aan de Kamer zenden?

Wilt u dat doen vóór het debat over het wetsvoorstel Zorg en dwang psychogeriatische en verstandelijk gehandicapte cliënten in de Kamer plaatsvindt?

Antwoord 5, 6 en 7

De denktank is voor twee jaar ingesteld. Binnen drie maanden na afloop van zijn werkzaamheden zal de denktank aan mij rapporteren. Een jaar na installatie, komend voorjaar derhalve, wordt een tussenrapportage verwacht.

Naar boven