Vragen van het lid Gerbrands (PVV) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht dat er vissoorten verdwijnen, door EU-subsidies (ingezonden 7 oktober 2011).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 27 oktober 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Vissoorten verdwijnen, met dank aan EU-subsidies»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de Spaanse vissersvloot volledig leeft van staatssteun en dat hierdoor een ongelijk speelveld in de visserijsector ontstaat?

Antwoord 2

Het artikel, afkomstig van een consortium van internationale onderzoeksjournalisten, beschrijft de mate waarin de Spaanse visserijsector in de periode 2000–2010 communautaire, nationale en regionale financiële steun heeft ontvangen. Een onderbouwing hiervan, de wijze waarop becijfering van deze bijdragen tot stand is gekomen, wordt echter niet door het ICIJ beschikbaar gesteld. Ik kan derhalve geen uitspraken doen over de in het artikel opgevoerde financiële steun aan de Spaanse visserijsector, anders dan over de financiële middelen die in het kader van het communautaire visserijbeleid voor Spanje beschikbaar zijn.

Het betreft dan primair de Europese visserijfondsen. Voor de periode 2000–2006 bedroeg de communautaire steun in het kader van het FIOV (het Financierings Instrument voor de Ontwikkeling van de Visserij) voor de gehele EU € 4 mld, waarvan € 1,7 mld voor Spanje.

Voor de huidige periode (2007 – 2013) bedraagt het Europees Visserij Fonds (EVF) voor de gehele EU € 4,3 mld, waarvan € 1,1 mld voor Spanje. Aan nationale middelen voor de cofinanciering van het EVF heeft Spanje een bedrag van € 955 mln. gereserveerd.

Daarnaast zijn er EU-middelen beschikbaar voor het participeren van de EU-lidstaten in visserijakkoorden met derde landen. In een mededeling van de Europese Commissie deze zomer wordt becijferd dat de kosten voor de EU als geheel voor de partnerschapsakkoorden met 3e landen jaarlijks € 156 mln. bedragen. Spanje is een van de landen die – gelet op historische activiteiten – actief is in veel van de bilaterale akkoorden.

Wat betreft de toekenning van nationale of regionale steun aan de Spaanse visserij ziet de Europese Commissie erop toe dat dit geschiedt conform de regels voor staatssteun waaronder de de-minimusregel.

Vraag 3

Deelt u de mening dat door deze vorm van staatssteun de visstand en de visserij in andere landen zwaar onder druk komt te staan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het Gemeenschappelijk visserijbeleid, het Europese Visserijfonds en de staatssteunregels stellen de voorwaarden voor een verantwoorde exploitatie van de visbestanden als ook de manier waarop het visserijbedrijfsleven hierbij wordt gesteund. Deze voorwaarden zijn communautair vastgesteld, waarbij de Europese Commissie, in samenwerking met lidstaten afzonderlijk, toeziet op de juiste naleving hiervan door alle partijen. In de in 2009 door de Raad aangenomen controleverordening is voorzien in de mogelijkheid dat de Europese Commissie de EVF-steun kan schorsen of intrekken, indien een lidstaat de regels van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid niet naleeft.

In algemene zin gesteld deel ik uw mening dat het niet naleven van communautaire regels negatieve effecten kan hebben op de visstand en de visserij.

Vraag 4

Bent u bereid om in Europa te pleiten voor een eerlijker speelveld in de visserijsector?

Antwoord 4

In alle onderhandelingen over het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft de naleving van de gezamenlijk overeengekomen regels voor de Nederland hoge prioriteit. Publicaties als onderhavige in dagblad Trouw onderstrepen hiervan het belang en dragen eraan bij dat ik mij in EU-verband blijf inzetten voor een «level playing field» in het gemeenschappelijk visserijbeleid.


X Noot
1

Trouw, «Vissoorten verdwijnen, met dank aan EU-subsidies», 3 oktober 2011.

Naar boven