Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Parlement Curaçao neemt omstreden wet aan» (ingezonden 15 september 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 25 oktober 2011).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel «Parlement Curaçao neemt omstreden wet aan»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat deze wet inhoudt dat werkgevers worden verplicht om ten minste 80 procent werknemers van Curaçaose afkomst in dienst te hebben?

Antwoord 2

Het gaat om een ontwerp landsverordening dat is voorgedragen door de Staten aan de regering. Het is nu aan de regering van Curaçao om te beslissen of het ontwerp ook wordt bekrachtigd. In het ontwerp dat door de Staten is voorgedragen, wordt de werkgever verplicht om op ten minste 80 procent van de bezette arbeidsplaatsen binnen zijn bedrijf arbeid te laten verrichten door lokale arbeidskrachten. Onder «lokale arbeidskracht» wordt in dit ontwerp verstaan een persoon die op Curaçao arbeid verricht en:

  • a. Nederlander is en op Curaçao is geboren, of

  • b. kind is van een Nederlander die op Curaçao is geboren, of

  • c. Nederlander is en op Bonaire, Saba, Sint Eustatius of Sint Maarten is geboren en voor 10 oktober 2010 in Curaçao zijn verblijfplaats heeft, of

  • d. 18 jaar of ouder is en ten minste 5 jaar onafgebroken met de benodigde geldige vergunning op Curaçao woont en werkt.

De personen bedoeld onder sub d dienen tevens voldoende ingeburgerd te zijn. Dit houdt in dat zij mondelinge en schriftelijke vaardigheden in het Papiaments en kennis van de Curaçaose samenleving verwerven.

Het is mogelijk dat de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn vrijstelling of, op verzoek, ontheffing verleent volgens regels bij landsbesluit houdende algemene maatregelen gesteld.

Vraag 3

In hoeverre is de aangenomen wet in strijd is met internationale verdragen zoals het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens? Kunt u toelichten welke artikelen aan de orde zijn?

Antwoord 3

Het ontwerp raakt aan het gelijkheidsbeginsel zoals dat onder meer is neergelegd in het Twaalfde protocol van het EVRM en het VN verdrag inzake rassendiscriminatie. Voorkeursbeleid hoeft niet altijd in strijd te zijn met het gelijkheidsbeginsel. Het is in dit stadium niet aan mij om te beoordelen of het ontwerp aan de daarvoor geldende strenge eisen voldoet. Het ontwerp ligt bij de regering van Curaçao die daar nog een beslissing over moet nemen.

Vraag 4

In hoeverre is de aangenomen wet in strijd is met het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden? Zo ja, om welke artikelen binnen het Statuut zou het gaan?

Antwoord 4

De ontwerpregeling beoogt de werkgelegenheid voor lokale arbeidskrachten te bevorderen. Het betreft een terrein dat tot de landsaangelegenheden behoort. De landen zijn ingevolge artikel 43, eerste lid, van het Statuut verplicht zorg te dragen voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur. Als er strijd is met het gelijkheidsbeginsel als hierboven genoemd, is er dus ook strijd met de zorgplicht geformuleerd in artikel 43, eerste lid, van het Statuut.

Vraag 5

Is het gevolg van deze wet dat Nederlandse inwoners op Curaçao kunnen worden gediscrimineerd? Zo ja, deelt u de mening dat discriminatie tegen Nederlanders binnen het Koninkrijk der Nederlanden niet getolereerd kan worden?

Antwoord 5

In de ontwerp-landsverordening wordt onderscheid gemaakt tussen Nederlanders aan de hand van hun afkomst. Het is op dit moment niet aan mij te beoordelen of dit onderscheid gerechtvaardigd is of niet. Het ontwerp ligt bij de regering van Curaçao die daar nog een beslissing over moet nemen.

Vraag 6

Kunt u aangeven wat de meerwaarde is van het Koninkrijk der Nederlanden en het hebben van één Nederlands paspoort als het mogelijk is dat Curaçao Nederlanders bij wet kan discrimineren?

Antwoord 6

De waarde van een gemeenschappelijke nationaliteit is allereerst erin gelegen dat overal in het Koninkrijk dezelfde eisen gelden voor het Nederlanderschap. Het is niet nieuw dat er onderscheid wordt gemaakt tussen bepaalde Nederlanders door Caribische landen van het Koninkrijk. In de regelgeving inzake toelating en uitzetting en de arbeidswetgeving worden andere regels gesteld voor Nederlanders die niet afkomstig zijn van het betreffende land. Het is niet uitgesloten dat landsregelingen onderscheid maken tussen personen die aan bepaalde voorwaarden voldoen en personen die dat niet doen, ook al betreft het allemaal Nederlanders. Ook in Europees-Nederlandse wetgeving gebeurt dat. Het staat de landen vrij – binnen de grenzen die het internationaal recht, het Statuut en de rijkswetgeving stellen – hun landsaangelegenheden te regelen.

Vraag 7

Kunt u aangeven wat voor stappen u zult ondernemen om te voorkomen dat Nederlanders op Curaçao zullen worden gediscrimineerd?

Antwoord 7

Ik ga ervan uit dat de Curaçaose regering voorafgaand aan de bekrachtiging zal nagaan in hoeverre er strijd is met het gelijkheidsbeginsel en hoe – als er wordt bekrachtigd – een landsbesluit houdende algemene maatregelen wordt geformuleerd dat binnen de grenzen van verdragen en het Statuut blijft.


X Noot
1

http://www.telegraaf.nl/binnenland/10551508/__Omstreden_wet_Curaao__.html?sn=binnenland

Naar boven